Op basis van een extrapolatie van de LMN-gegevens is het geschatte totale stikstofkunstmestgebruik door de Vlaamse land- en tuinbouw 82,3 miljoen kg N in 2020. De meeste N uit kunstmest komt in 2020 terecht op grasland in hoofdteelt (29%) en graangewassen (28%). De overige landbouwbedrijven zijn in 2020 met 28% de deelsector die het grootste aandeel heeft in het N-kunstmestgebruik.

Planten hebben nutriënten nodig om te groeien. Stikstof (N) is onderdeel van eiwitten en essentieel voor de groei van de plant. Daarnaast speelt het via zijn rol in bladgroenkorrels een belangrijke rol in de fotosynthese en de bladontwikkeling. Voor de plant is het belangrijk om over voldoende stikstof te beschikken. Kunstmest, die stikstof bevat, is een bron van stikstof voor de plant. Het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN) bevat cijfermateriaal over het N-kunstmestgebruik.

Het totale kunstmestgebruik door de Vlaamse land- en tuinbouw wordt berekend via een extrapolatie van de gegevens van het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN). 

Het geschatte totale N-kunstmestgebruik door de Vlaamse land- en tuinbouw bedraagt 82,3 miljoen kg N in 2020. Dit is 1% meer dan het gemiddelde gebruik in de periode 2012-2019. De meeste N uit kunstmest komt in 2020 terecht op grasland in hoofdteelt (29%) en graangewassen (28%). Zij bedekken ook de grootste oppervlakte cultuurgrond. Maïs is goed voor 11% en aardappelen voor 9%. Grasland in voor- en nateelt nemen 6% voor hun rekening. Zowel de aandelen per gewasgroep als per deelsector zijn relatief constant in de tijd. De verdeling van stikstof over de gewasgroepen geeft een ander beeld dan die van fosfor omdat de gewasbehoeften anders zijn. 

De overige landbouwbedrijven zijn in 2020 met 28% de deelsector die het grootste aandeel heeft in het N-kunstmestgebruik. De gespecialiseerde akkerbouw-, melkvee-, vleesvee- en gemengde melk- en vleesveebedrijven nemen respectievelijk 23%, 22%, 10% en 6% van het N-kunstmestgebruik voor hun rekening. De verschillende tuinbouwsectoren samen gebruiken 7% en de varkensbedrijven 5%. Het aandeel van de deelsectoren in het totaal is relatief stabiel over de jaren heen.

Onderstaande tabel geeft het geschatte N-kunstmestgebruik voor verschillende landbouwgewassen weer voor de periode 2012-2021. De gemiddelde geschatte N-kunstmestgift over alle gewassen heen voor de periode 2012-2021 is 97 kg per ha per jaar. De verschillen tussen gewassen zijn te verklaren door de verschillende behoeften, de beoogde opbrengst en de mogelijkheid om dierlijke mest aan te wenden. 

Onze hoogproductieve tomatenteelt op water kennen de hoogste kunstmeststofgift, nl. gemiddeld 1.550 kg N per ha per jaar voor de periode 2012-2021. Daarnaast komen aardbeien onder glas met een gemiddelde N-kunstmestgift van gemiddeld 202 kg/ha/jaar. Appel en peer laagstammen kennen met gemiddeld 65 en 78 kg/ha/jaar een veel lagere N-kunstmeststofgift. Van de akkerbouwteelten kent wintertarwe een hoog gebruik met gemiddeld 179 kg N per ha en suikerbieten een laag met 94 kg N per ha voor de periode 2012-2021. Bij de voedergewassen kent grasland in hoofdteelt de hoogste kunstmeststofgift met gemiddeld 134 kg/ha/jaar en korrelmaïs de laagste met gemiddeld 53 kg/ha/jaar voor de periode 2012-2021.