Op basis van een extrapolatie van de LMN-gegevens is het geschatte totale kaliumkunstmestgebruik door de Vlaamse land- en tuinbouw 28,0 miljoen kg K in 2020. De meeste K uit kunstmest komt in 2020 terecht op aardappelen (29%) en maïs (20%). De overige landbouwbedrijven zijn in 2020 met 29% de deelsector die het grootste aandeel heeft in het K-kunstmestgebruik.

Planten hebben nutriënten nodig om te groeien. Kalium (K) fungeert als activator voor veel enzymen en metabole processen die nodig zijn voor de groei en de reproductie. Een kaliumgebrek maakt planten gevoeliger voor extremen (te droog / nat / warm / koud) en ziekten en plagen. Kalium bevordert de algemene gezondheid van de plant en draagt zo sterk bij aan de kwaliteit van het uiteindelijke gewas zoals smaak, kleur, geur en houdbaarheid. Voor de plant is het belangrijk om over voldoende kalium te beschikken. Kunstmest, die kalium (K2O) bevat, is een bron van kalium voor de plant. Het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN) bevat cijfermateriaal over het K-kunstmestgebruik. Het totale kunstmestgebruik door de Vlaamse land- en tuinbouw wordt berekend via een extrapolatie van de gegevens van het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN).

In 2020 bedraagt het totaal geschatte kaliumkunstmestgebruik na extrapolatie op basis van het LMN 28,0 miljoen kg K. Dat is 17% meer dan het gemiddelde gebruik in de periode 2012-2019. De verdeling van kalium over de gewasgroepen geeft een ander beeld dan die van stikstof omdat de gewasbehoeften anders zijn. In 2020 komt ongeveer 29% van het K-gebruik uit kunstmest terecht op aardappelen en 20% op maïs. De overige gewassen zijn nog eens goed voor 15%. Bieten, grasland in hoofdteelt en serreteelten zijn telkens goed voor 10%. Granen vertegenwoordigen nog eens 4% en grasland in voor- en nateelt 2%. De verhoudingen tussen de gewasgroepen zijn redelijk stabiel in de tijd. 

De overige landbouwbedrijven en de gespecialiseerde akkerbouwbedrijven zijn in 2020 met respectievelijk 29 en 25% de deelsectoren die het grootste aandeel hebben in het K-kunstmestgebruik. De gespecialiseerde melkveebedrijven nemen nog eens 16% van het K-kunstmestgebruik voor hun rekening. Groenten onder glas zijn goed voor 10%.

Onderstaande tabel geeft het geschatte K-kunstmestgebruik voor verschillende landbouwgewassen weer voor de periode 2012-2021. De gemiddelde geschatte K-kunstmestgift over alle gewassen heen voor de periode 2012-2021 is 32 kg per ha per jaar. De verschillen tussen gewassen zijn te verklaren door de verschillende behoeften, de beoogde opbrengst en de mogelijkheid om dierlijke mest aan te wenden. 

Onze hoogproductieve tomatenteelt op water kennen de hoogste kunstmeststofgift, nl. gemiddeld 2.456 kg K per ha per jaar voor de periode 2012-2021. Daarnaast komen aardbeien onder glas met een gemiddelde K-kunstmestgift van gemiddeld 321 kg/ha/jaar. Appelen en peren laagstam kennen met gemiddeld 18 en 41 kg/ha/jaar een veel lagere K-kunstmeststofgift. Van de akkerbouwteelten kennen bewaaraardappelen een hoog gebruik met gemiddeld 147 kg K per ha en wintertarwe een laag met 7 kg K per ha voor de periode 2012-2021. Bij de voedergewassen kent voederbiet de hoogste K-kunstmeststofgift met gemiddeld 52 kg/ha/jaar en grasland in voor- en nateelt de laagste met gemiddeld 6 kg/ha/jaar voor de periode 2012-2021.