De gespecialiseerde melkveebedrijven gebruiken na extrapolatie in 2020 17,8 miljoen kg N. Het overgrote deel komt terecht op grasland in hoofdteelt (49%), maïs (14%) en grasland in voor- en nateelt (13%). De bedrijven telen ook nog graangewassen (9%). 

De kengetallen van de belangrijkste voedergewassen van alle LMN-bedrijven met deze voedergewassen is terug te vinden bij de algemene indicator Kunstmestgebruik: stikstof.