Op basis van een extrapolatie van de LMN-gegevens is het geschatte totale fosforkunstmestgebruik door de Vlaamse land- en tuinbouw 1,7 miljoen kg P in 2020. De meeste P uit kunstmest komt in 2020 terecht op maïs (25%) en serreteelten (23%). De groenten onder glas is in 2020 met 21% de deelsector die het grootste aandeel heeft in het P-kunstmestgebruik.

Planten hebben nutriënten nodig om te groeien. Fosfor (P) is een onderdeel van kerneiwitten en speelt een rol bij de ademhaling van de plant. Fosfor bevordert de ontwikkeling van de wortels, de bloei en de zaadvorming. Voor de plant is het belangrijk om over voldoende fosfor te beschikken. Kunstmest, die fosfaat (P2O5) bevat, is een bron van fosfor voor de plant. Het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN) bevat cijfermateriaal over het P-kunstmestgebruik. Het totale kunstmestgebruik door de Vlaamse land- en tuinbouw wordt berekend via een extrapolatie van de gegevens van het Landbouwmonitoringsnetwerk (LMN).

In 2020 bedraagt het totaal geschatte fosforkunstmestgebruik na extrapolatie op basis van het LMN 1,7 miljoen kg P. Dat is 16% minder dan het gemiddelde gebruik in de periode 2012-2019. De verdeling van fosfor over de gewasgroepen geeft een ander beeld dan die van stikstof omdat de gewasbehoeften anders zijn. In 2020 komt 25% van het P-gebruik uit kunstmest terecht op maïs. Verder nemen serreteelten 17% voor hun rekening, overige gewassen 20%, aardappelen 12%, grasland 8%, bieten 6% en granen 4%. De verhoudingen tussen de gewasgroepen schommelen per gewasgroep binnen een bepaalde range. 

De gespecialiseerde groenten onder glas zijn in 2020 met 21% de deelsectoren die het grootste aandeel heeft in het P-kunstmestgebruik. Ze worden gevolgd door gespecialiseerde akkerbouwbedrijven met 21% en de overige landbouwbedrijven met 14% De melkveebedrijven nemen nog eens 13% van het P-kunstmestgebruik voor hun rekening. Terwijl de overige tuinbouwbedrijven een aandeel hebben van 9% in 2020. 

Onderstaande tabel geeft het geschatte P-kunstmestgebruik voor verschillende landbouwgewassen weer voor de periode 2012-2021. De gemiddelde geschatte P-kunstmestgift over alle gewassen heen voor de periode 2012-21 is 3,2 kg per ha per jaar. De verschillen tussen gewassen zijn te verklaren door de verschillende behoeften, de beoogde opbrengst en de mogelijkheid om dierlijke mest aan te wenden. 

Onze hoogproductieve tomatenteelt op water kennen de hoogste kunstmeststofgift (gemiddeld 329 kg P per ha per jaar voor de periode 2012-2021). Daarnaast komen aardbeien onder glas met een gemiddelde P-kunstmestgift van gemiddeld 58 kg/ha/jaar. Prei en appel laagstam kennen met gemiddeld 2,7 en 4,2 kg/ha/jaar een veel lagere P-kunstmeststofgift. Van de akkerbouwteelten kent bewaaraardappelen een hoog gebruik met gemiddeld 5,2 kg P per ha en suikerbieten een laag met 3,0 kg P per ha voor de periode 2012-2021. Bij de voedergewassen kent voedermaïs de hoogste P-kunstmeststofgift met gemiddeld 3,3 kg/ha/jaar en grasland in voor- en nateelt de laagste met gemiddeld 0,3 kg/ha/jaar voor de periode 2012-2021.