Vlaamse bedrijfseconomische standaardwaarden varkenshouderij 2013
In het kader van de dialoogdagen varkenshouderij kwam de nood naar boven om over objectieve Vlaamse gegevens te beschikken om investeringen en rentabiliteit binnen de varkenssector te evalueren. De doelstelling van het rapport is om gemiddelde standaardwaarden voor de varkenshouderij aan te reiken gebaseerd op de 5-jaarlijkse gemiddelden van de meest recent beschikbare boekhoudgegevens. De cijfers kunnen als gemiddelde waarde gehanteerd worden, wanneer er geen andere cijfers voorhanden zijn. Dit tweede rapport bevat de gemiddelde waarden voor de periode 2007-2011. Hiervoor werden verschillende boekhoudgegevens, aanwezig bij de leden van de stuurgroep, met elkaar vergeleken. Op basis van die cijfers werd een aanvaarde standaardwaarde gekozen door de stuurgroep. Voor de berekening van de economische kengetallen wordt er gerekend met een gemiddelde van de jaren 2007-2011. Het rapport is bewust beperkt tot de traditionele varkenshouderij. Zo komen biologische varkenshouderij, hoeveslagerij met thuisverwerking en andere vormen van verbreding niet aan bod.
Het rapport 'Vlaamse bedrijfseconomische standaardwaarden varkenshouderij' is aan zijn tweede editie toe. Doel van de standaardwaarden is om over Vlaamse gegevens te beschikken om investeringen en rentabiliteit binnen de varkenssector te evalueren.
Voor de gedragenheid van de standaardwaarden was de inbreng van de stuurgroep van groot belang. Vertegenwoordigers van Belgian Feed Association (BFA), , Boeren op een Kruispunt, landbouworganisaties ABS en Boerenbond, het proefcentrum PVL Bocholt, adviesbureaus DLV, SBB, LIBA en CCAB, banken KBC, Landbouwkrediet en BNP Paribas Fortis, onderzoeksinstelling ILVO en het Departement Landbouw en Visserij zorgden voor een breed draagvlak.
De nieuwe standaardwaarden geven de gemiddelde waarden weer voor de periode 2007-2011 en zijn gebaseerd op vijfjaarlijkse gemiddelden van de meest recent beschikbare boekhoudgegevens. Voor de technische kengetallen is gewerkt met de gegevens van 2011. Daarvoor werden verschillende boekhoudgegevens met elkaar vergeleken. Op basis van die cijfers koos de stuurgroep een standaardwaarde. In een volgende stap combineerde ze alle richtwaarden tot voedersaldi en brutosaldi voor zeugenhouderij en vleesvarkenshouderij. De stuurgroep is van mening dat de voorgestelde saldi over een langere periode stabiel zullen zijn.
Volgens minister-president en minister van Landbouw Kris Peeters is het rapport over de standaardwaarden “een onmisbaar instrument bij belangrijke bedrijfsbeslissingen”, omdat het “betrouwbare, objectieve en actuele gegevens” bevat die gebruikt kunnen worden voor het opstellen van berekeningen, bedrijfsevaluaties en begrotingen.
Indien gewenst kan de versie van het rapport uit 2011 worden opgevraagd via het vragenformulier.