De varkenshouderij is een belangrijke economische deelsector in de Vlaamse land- en tuinbouw qua toegevoegde waarde en levert een aantrekkelijk exportproduct. Toch staan de marges al jaren onder druk. De Vlaamse varkenshouders hebben in het verleden volop ingezet op lage kosten, schaalvergroting en goede technische resultaten, maar dit heeft het tij nog niet kunnen keren. Bovendien is de exportgerichtheid van de sector niet alleen een economische sterkte, maar maakt het de sector ook kwetsbaar. Dat doet de vraag rijzen of er niet stilaan inspiratie moet gezocht worden bij andere recepten. Zo is het een mogelijk recept dat Vlaamse (en Belgische) varkenshouders zich (gedeeltelijk) richten op de binnenlandse markt en daar een product afzetten met een hogere meerwaarde i.p.v. een eerder standaardproduct. Het rapport stelt zich dan ook de vraag of de tijd en de Vlaamse/Belgische varkensmarkt rijp zijn voor een meer gedifferentieerd aanbod van varkens(vlees).

De varkenshouderij kampt met schommelende prijzen en kosten, terwijl de structureel hoge voederkosten invreten op het familiaal arbeidsinkomen en de rentabiliteit van de bedrijven. De bedrijfsleiders hebben volop ingezet op lage kosten, schaalvergroting en een verbetering van de technische resultaten, maar dat heeft het tij nog niet kunnen keren. Bovendien is de exportgerichtheid van de sector niet alleen een economische sterkte. Ze maakt de sector ook kwetsbaar, zoals blijkt uit het Russische embargo.

Een alternatieve strategie is differentiatie. Varkenshouders zouden zich meer kunnen richten op het afleveren van een product met een hogere meerwaarde op het vlak van kwaliteit. Een nieuw rapport onderzoekt de mogelijkheden en succesfactoren.

Bestaande differentiatie-initiatieven mikken op een hogere kwaliteit dan het standaardproduct op basis van voornamelijk ras, voeder, oorsprong en dierenwelzijn. Er bestaan zeer kleinschalige initiatieven van varkenshouders, maar ook grotere retaillabels. Het huidige aanbod van gedifferentieerd varkensvlees in België bedraagt naar schatting 26%, inclusief Certus en biologisch varkensvlees.

In de toekomst kan een waaier aan initiatieven en labels ontstaan die zich profileren op verschillende aspecten van kwaliteit. Bepaalde trends spelen in het voordeel: het duurdere segment van varkensvlees zit in de lift, er is een groeiende markt voor biologisch vlees en er is steeds meer aandacht voor dierenwelzijn, lokale productie, enz.

Als de varkenshouder zelf een product in de markt zet, verwerft hij meer autonomie, maar hij moet zijn product zelf vermarkten en alle risico’s en kosten zelf dragen. Dat vergt een langetermijnengagement. Succesfactoren voor differentiatie zijn samenwerking met ketenpartners (bv. versnijderij, vleesgroothandel, slagerij, horecazaak), afspraken voor een gegarandeerde meerprijs, ondernemerschap en duidelijke communicatie naar de consument.

Differentiatie is niet het ultieme redmiddel van de Vlaamse varkenshouderij. Meerdere maatregelen en strategieën zijn nodig. Zo zal de export van belang blijven gezien de hoge zelfvoorzieningsgraad van varkensvlees. Ook de individuele varkenshouder kan een combinatie van strategieën hanteren.