De biologische veestapel toont in 2022 een gemengd beeld met groei in de varkens- en rundveehouderij, maar krimp in de pluimveesector en geiten- en schapenhouderij. 

Het totale aantal dieren die in Vlaanderen onder biocontrole staan, neemt in 2022 af met 15% tot 702.980 stuks. Voor het eerst in tien jaar tijd tekent de bioveestapel een negatieve groei op. Laten we het pluimvee buiten beschouwing, dan stijgt het aantal biodieren echter met 19%. Toch blijft het aandeel van de biodieren in de totale veestapel zeer beperkt. Met 0,4% hebben de varkens het laagste bioaandeel, de biorunderen halen 0,5% en het biopluimvee maakt 1,5% uit van de totale pluimveestapel (Statbel – landbouwtelling 2022).

Het biologisch pluimvee vertoont in 2022 een opmerkelijke daling (-16%). De afname is het grootst bij de vleeskippen (-24%), maar doet zich ook voor bij de opfokpoeljen (-14%) en de legkippen (-8%). Ook het aantal schapen en geiten dat op biologische wijze gehouden wordt, daalt in 2022 met respectievelijk 22% en 20%. Sinds 2019 is het aantal bioschapen zelfs met bijna de helft afgenomen. 

De biologische varkensstapel daarentegen groeit net als in voorgaande jaren stevig aan (+58%). In vijf jaar tijd is het aantal biovarkens bijna verviervoudigd. De toename in 2022 komt er voornamelijk omdat heel wat van de grotere biovarkenshouders fors meer biologische varkens hebben geregistreerd dan in 2021. Bij de biorunderen zien we na een lichte aarzeling in de periode 2020-2021 opnieuw een steviger groei van het aantal melkkoeien (+7%).

Dit is een Vlaamse openbare statistiek: land- en tuinbouwbedrijven.