Sinds 2017 is de biologische veestapel in Vlaanderen met meer dan de helft toegenomen. Niettemin blijft het aantal biologisch gehouden dieren zeer beperkt in vergelijking met de totale veestapel.
Het totale aantal dieren die in Vlaanderen onder biocontrole staan, groeide in 2021 met 12% tot 822.866 stuks. Laten we het pluimvee buiten beschouwing, dan zien we zelfs een toename van de bioveestapel met 16%. Niettemin blijft het aantal biologisch gehouden dieren zeer beperkt in vergelijking met de totale veestapel. De geiten hebben met ruim 14% biogeiten het hoogste bioaandeel. Het laagste bioaandeel vinden we bij de varkens: minder dan 0,5% hiervan zijn geregistreerd als biologisch.
Net als in 2020 vertoonde het aantal varkens onder biocontrole een aanzienlijke toename (+22%) in 2021. De sterkste groei deed zich echter voor bij de biologisch gehouden geiten (+24%). Ook het aantal biologisch pluimvee blijft stevig toenemen met een stijging van 12%. De afgelopen vijf jaar is hun aantal zelfs gestegen met meer dan 70%. Ongeveer 41% van het biopluimvee zijn legkippen, 38% zijn vleeskippen en de overige 20% zijn opfokpoeljen. Bij de biorunderen zien we de groei van het aantal melkkoeien afvlakken. Het aantal schapen dat op biologische wijze gehouden wordt, nam in 2021 verder af met 6%.
Bekijken we de bioveestapel op provinciaal niveau, dan blijkt dat twee derde van alle biogeiten in Oost-Vlaanderen gehouden wordt, terwijl het grootste aantal bioschapen geregistreerd is in Antwerpen. Ruim 4 op de 10 biovarkens en biorunderen bevinden zich in West-Vlaanderen, terwijl twee derde van alle biologisch gehouden pluimvee geregistreerd is bij landbouwers in West- en Oost-Vlaanderen.
Dit is een Vlaamse openbare statistiek: land- en tuinbouwbedrijven.