Het aantal landbouwbedrijven in Vlaanderen dat gecertificeerd is voor biologische productie blijft in 2022 nagenoeg status quo ten opzichte van het voorgaande jaar. Het merendeel van de Vlaamse steden en gemeenten telt een of meerdere biologische landbouwbedrijven.

Eind 2022 staan er 626 landbouwbedrijven onder controle voor bioproductie. Dat is een stijging met slechts 0,8% in vergelijking met 2021. Voor het eerst in 15 jaar bedraagt de groei van het aantal biolandbouwers minder dan 4%. De bioboeren maken 2,8% uit van het totale aantal landbouwbedrijven in Vlaanderen (cf. Statbel - landbouwtelling 2022). Er zijn 44 nieuwe bioproducenten, terwijl 43 landbouwers hun bioproductie in de loop van het jaar hebben stopgezet. Twee derde van de bioboeren produceert uitsluitend biologisch, zij hebben dus geen gangbare landbouwproductie op hun bedrijf. 22% van de biolandbouwers is binnen de biologische keten ook actief als bereider, distributeur, importeur en/of opslag van bioproducten.

West-Vlaanderen telt in absolute cijfers het grootste aantal biolandbouwbedrijven, maar Oost-Vlaanderen toont met een nettogroei van 3% procentueel de sterkste toename in aantal biolandbouwers. Vlaams-Brabant is de provincie met het hoogste aandeel bioboeren (4,5%), terwijl West-Vlaanderen met 2% het laagste aandeel heeft. In het merendeel van de Vlaamse steden en gemeenten zijn intussen een of meerdere biologische landbouwbedrijven actief.

Op gemeentelijk niveau zien we verschillende streken met een grotere concentratie aan biolandbouwers dan elders. In de Westhoek is er een cluster van gemeenten met een hoger aantal bioboeren, net als in de streek rond Deinze en Gent. Ook in het grensgebied tussen Hageland en Haspengouw bijvoorbeeld vinden we verschillende gemeenten met meer biolandbouwers dan gemiddeld.

Dit is een Vlaamse openbare statistiek: land- en tuinbouwbedrijven.