In 2023 waren er ca. 67.500 paarden in Vlaanderen bij 5.625 klanten. Oost-Vlaanderen en Antwerpen tellen de meeste paarden, respectievelijk 17.000 en 16.500 paarden. De overige provincies schommelen elk rond de 11.000 à 12.000 paarden. Peer, Oudsbergen, Sint-Niklaas en Maldegem tellen meer dan 1.000 paarden. Er zijn 27 gemeenten met meer dan 500 paarden. Er zijn 8 gemeenten met minder dan 10 paarden.
Voor deze analyse baseren we ons op de klanten in Vlaanderen die gekend zijn bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij en waarvoor aangifteplicht bij de Mestbank geldt. Mestbankaangifteplichtig ben je als je meer dan 2 ha landbouwgrond, 0,50 ha groeimedium of 0,50 ha permanent overkapte landbouwgrond in gebruik hebt of meer dan 300 kg P2O5 uit dierlijke mest produceert of een opslag hebt van meer dan 300 kg P2O5 uit dierlijke mest. Voor paarden en pony’s werden door de VLM volgende forfaitaire uitscheidingscijfers bepaald: 30 kg P2O5 per jaar voor paarden van >600 kg, 21 kg P2O5 per jaar voor paarden/pony’s tussen 200-600 kg, 12 kg P2O5 per jaar voor paarden/pony’s van <200 kg. In de praktijk komt het er dus op neer dat, wanneer je geen 2 ha grond bewerkt, je al minstens 10 paarden moet hebben om aangifteplichtig te zijn.
In 2023 waren er ca. 67.500 paarden in Vlaanderen bij 5.625 klanten. Oost-Vlaanderen en Antwerpen tellen de meeste paarden, respectievelijk 17.000 en 16.500 paarden. De overige provincies schommelen elk rond de 11.000 à 12.000 paarden. Gemiddeld heeft elke aangifteplichtige met paarden 12 paarden. In Antwerpen is dat 15 paarden per aangifteplichtige met paarden, in Vlaams Brabant iets meer dan 12, in Limburg en Oost-Vlaanderen ongeveer 11,5 en in West-Vlaanderen 10.
Op basis van de ligging van de exploitaties en de gemiddelde veebezetting kan het aantal paarden per gemeente berekend worden. Er zijn 4 gemeenten waarin meer dan 1.000 paarden voorkomen: Peer, Oudsbergen, Sint-Niklaas en Maldegem tellen meer dan 1.000 paarden. Er zijn 27 gemeenten met meer dan 500 paarden. Naast de eerder genoemde gemeenten zijn dit Brecht, Wuustwezel, Sint-Gillis-Waas, Hasselt en fusiegemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht (met tussen 700 en 1.000 paarden), Aalter, Lokeren, Pajottegem, Lier, Geel, Ranst en Deinze (met tussen 600 en 700 paarden) en Laarne, Asse, Hoogstraten, Zandhoven, Dilsem-Stokkem, Sint-Katelijne-Waver, Balen, Evergem, Dendermonde, Lochristi en Westerlo (met tussen 500 en 600 paarden). Er zijn 8 gemeenten met minder dan 10 paarden: Denderleeuw, Herstappe, Zelzate, Liedekerke, Hove, Edegem, Mortsel en Niel. De gemeenten in de Antwerpse en Brusselse rand hebben ook bijna geen landbouwareaal meer (zie ook kaart typologie van de gemeenten).
Omdat we ons voor deze analyse baseren op de klanten in Vlaanderen die gekend zijn bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij en waarvoor aangifteplicht bij de Mestbank geldt, geven de cijfers geen volledig beeld van de totale paardenpopulatie. Zo zijn er in deze analyse in 2020 ongeveer 58.800 paarden bij aangifteplichtigen in Vlaanderen, terwijl er volgens de data (Horse-ID) van de Belgische Federatie van het Paard (BCP) sprake is van ruim 188.000 paarden en pony's in 2020 in Vlaanderen.