Ruimtelijke spreiding landbouwsector
Kruimelpad
Deze indicator toont de ruimtelijke spreiding van de landbouwsector in Vlaanderen op basis van gegevens uit de verzamelaanvraag en de standaard output (SO). De grootste concentraties bevinden zich in de Noorderkempen, centraal West-Vlaanderen, het Noorden van Oost-Vlaanderen, het Noord-Oosten van Limburg en rond Sint-Katelijne-Waver.
Onderstaande kaart is gebaseerd op de aangegeven percelen uit de verzamelaanvraag en geeft een overzicht van het landbouwareaal binnen elke Vlaamse gemeente. De kaart maakt het mogelijk om snel te identificeren waar de landbouwsector ruimtelijk geconcentreerd is, ongeacht het economische gewicht van de teelten. Via het keuzemenu kan je kiezen tussen een weergave van de totale landbouwoppervlakte per gemeente of het aandeel landbouwareaal t.o.v. de gemeente-oppervlakte. Met de slider boven de kaart kan je een jaartal selecteren, daarnaast kan de data gedownload worden via de knop onder de figuur.
In 2024 zijn er in Vlaanderen verschillende gemeenten waar het aangegeven landbouwareaal meer dan 80% van de totale oppervlakte uitmaakt, vooral in West-Vlaanderen. Gemeenten zoals Zuienkerke, Lo-Reninge, Sint-Laureins, Alveringem, Heuvelland, Veurne en Diksmuide behoren tot deze categorie. Aan de andere kant zijn er vooral in stedelijke gebieden en de Brusselse rand gemeenten waar het aandeel aangegeven landbouwareaal minder dan 10% bedraagt, zoals Antwerpen, Boom, Brasschaat, Hemiksem, Schoten, Drogenbos, Hoeilaart, Machelen en Genk.
In absolute cijfers heeft Diksmuide het grootste aangegeven landbouwareaal (12.181 ha), gevolgd door Poperinge (9.482 ha), Tongeren-Borgloon (9.077 ha), Ieper (9.026 ha) en Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht (8.824 ha). Het kleinste absolute landbouwareaal wordt gevonden in gemeenten als Hemiksem (5 ha), Drogenbos (2 ha), Wezembeek-Oppem (95 ha), Wijnegem (94 ha) en Kraainem (65 ha).
Onderstaande heatmap (dichtheidsraster) visualiseert de ruimtelijke spreiding van de theoretische economische waarde van de landbouwsector in Vlaanderen. Hoewel de individuele landbouwbedrijven niet als punten op de kaart worden weergegeven, zijn hun coördinaten wel gebruikt in de berekening. Deze puntgegevens zijn omgezet in een regelmatig raster, waarbij elke cel een waarde krijgt die wordt bepaald door de nabijheid van omliggende exploitaties. Voor de weging van elke exploitaties is de totale opbrengstwaarde gebruikt, berekend op basis van:
- de standaard output per dier of per perceel
- de gemiddelde veebezetting of grootte van het perceel.
De grootste opbrengsten worden gerealiseerd in de Noorderkempen. Dit is te wijten aan de aanwezigheid van de varkens-, kippen- en melkveesector en de glastuinbouwsector rond Hoogstraten. Ook in West-Vlaanderen worden hoge waarden gerealiseerd door het belang van de varkenssector, de groententeelt en de akkerbouw. Het noorden van Oost-Vlaanderen kleurt rood omwille van de sierteelt rond Gent, de melkvee- en varkenssector ten westen van Gent, de melkvee- en glasgroentensector in het Waasland. Het noordoosten van Limburg kleurt rood omwille van de dierlijke sector.