De Vlaamse land- en tuinbouwsector wordt gekenmerkt door een continue schaalvergroting. Het aantal bedrijven daalt, terwijl de oppervlakte per bedrijf stijgt.

De land- en tuinbouw wordt gekenmerkt door schaalvergroting. Ten opzichte van 2013 is de gemiddelde oppervlakte cultuurgrond per bedrijf gestegen met 13% tot 28,3 hectare in 2023.

De gemiddelde oppervlakte per landbouwbedrijf ligt het hoogst in Vlaams-Brabant en Limburg en het laagst in West- en Oost-Vlaanderen. Deze trend doet zich al jaren voor, maar de gemiddelde bedrijfsoppervlakte stijgt wel. In 2001 was de gemiddelde oppervlakte voor een bedrijf in Vlaams-Brabant en Limburg gemiddeld 17 ha, terwijl dit in 2023 opgelopen is tot meer dan 30 ha. In Oost- en West-Vlaanderen was de gemiddelde oppervlakte per bedrijf in 2001 respectievelijk 15 en 17 ha, terwijl dit in 2023 gemiddeld 26 ha en 27 ha bedraagt. Ook in Antwerpen steeg de gemiddelde oppervlakte van 14 ha in 2001 tot 28 ha in 2023.

In 2001 waren er nog 43 gemeenten waar de gemiddelde bedrijfsoppervlakte minder dan 10 ha bedroeg, terwijl dit in 2023 nog slechts in 3 gemeenten het geval is. Daarentegen waren er in 2001 slechts 12 gemeenten waar de gemiddelde bedrijfsoppervlakte groter was dan 30 ha, terwijl dit in 2023 al in 124 gemeenten het geval is. Voor gemeenten met minder dan 5 bedrijven wordt geen gemiddelde oppervlakte bepaald.

Dit is een Vlaamse openbare statistiek: landbouwareaal.