Energiebalans
Kruimelpad
Vanaf 2010 is de Vlaamse landbouw een nettoproducent van elektriciteit geworden. In 2022 wordt er door warmte-krachtkoppelingsinstallaties (WKK’s) en zonnepanelen 2,5 keer meer elektriciteit geproduceerd dan nodig is. Het teveel aan elektriciteit wordt geïnjecteerd op het net. Anderzijds moet 59% van de gebruikte elektriciteit aangekocht worden van het net. De zelfvoorzieningsgraad voor elektriciteit, waarbij het onmiddellijk gebruik ten opzichte van het totale gebruik wordt bekeken, bedraagt dus 41%.
De gespecialiseerde glastuinbouwsector is met 53% de grootste energiegebruiker, waarvan 46% voor de groentesector onder glas. Door hun WKK’s hebben ze een hoge zelfvoorzieningsgraad voor elektriciteit.
Het Landbouwmonitoringsnetwerk Het Landbouwmonitoringsnetwerk van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij houdt bedrijfseconomische boekhoudingen bij van een groep Vlaamse land- en tuinbouwers die representatief is voor de Vlaamse land- en tuinbouw. Meer info (LMN) bevat cijfermateriaal over het energiegebruik. Het totale energiegebruik door de Vlaamse land- en tuinbouw wordt berekend via een extrapolatie van LMN naar Vlaamse landbouw Het opschalen van de resultaten van een steekproef (600 LMN-bedrijven) naar de populatie (de gehele Vlaamse land- en tuinbouw). Meer info en de energiebalans van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA).
Volgens de Energiebalans van het VEKA gebruikt de landbouwsector (zonder zeevisserij, bosbouw en groenvoorziening) 1,8% van het bruto binnenlands energiegebruik.
Het totale netto primaire energiegebruik door de landbouwsector zakt van 32.161 terajoule (TJ) in 2021 naar 26.312 TJ in 2022. Deze sterke afname van -18% heeft alles te maken met het duurder worden van de energie door inflatie. Eind februari 2022 dreef de oorlog in Oekraïne de energieprijs nog verder de hoogte in door een lagere beschikbaarheid van Russisch gas. Vooral glastuinbouw anticipeerde door later op te planten en teelten niet te belichten. Uitgezonderd in 2014 en 2022 toont de figuur een stijgende trend.
Aardgas blijft de belangrijkste energiedrager, maar het aandeel zakt door de hoge gasprijzen van 81% in 2021 naar 77% in 2022. De historische toename vloeit voort uit een combinatie van hoge olieprijzen, de vroegere promotie door de Vlaamse overheid van aardgas als schoonste fossiele brandstof en de opkomst van WKK’s (warmte-krachtkoppelingsinstallaties) die meestal op aardgas werken (primaire energiebron). Het huidige beleid roept op om fossiele brandstof, dus ook aardgas, te vervangen door hernieuwbare energie. Sinds 2023 kunnen er geen nieuwe WKK-certificaten aangevraagd worden en de uitbetaling van de oude WKK-certificaten stopt in 2032. Het aandeel lichte stookolie bedraagt 31% en het aandeel biomassa 8%. Zware stookolie en steenkool zijn telkens nog goed voor 1%.
Vanaf 2010 is de Vlaamse landbouw door WKK’s en zonnepanelen een steeds groter wordende nettoproducent van elektriciteit geworden. Dat wil zeggen dat de landbouwsector meer electriciteit injecteert op het net dan er wordt afgenomen. In 2022 zakt deze “netto-afname elektriciteit”, door de hoge energieprijzen, naar -4.658 TJ. Hierin zit ook de zelfafname door onmiddellijk gebruik (binnen het kwartier) van door zonnepanelen geproduceerde elektriciteit, die voorlopig geschat wordt op +505 TJ. Maar deze netto-afname elektriciteit is exclusief de netto-elektriciteitsproductie door brandstofaangedreven productie-installaties (WKK, enkel elektriciteit-producerende installaties) omdat de primaire energie al meegenomen is in de vorm van aardgas/stookolie/biogas/biomassa.
Zonder zonnepanelen komt de netto-elektriciteitsproductie van de landbouwsector door brandstofaangedreven productie-installaties in eigen beheer in 2022 op 8.254 TJ. Dat is behoorlijk minder dan vorige jaren omdat er vooral in de glastuinbouw door de duurdere prijzen minder aardgas als primaire energie voor WKK is gebruikt. 12% van deze geproduceerde elektriciteit wordt onmiddellijk gebruikt (binnen het kwartier) en 88% wordt ingejecteerd op het net.
Volgende figuur geeft de zelfproductie en het gebruik van elektriciteit door de landbouwsector weer voor 2022. De brandstofaangedreven elektriciteitsproductie komt overeen met vorige figuur en vormt 91% van de totale elektriciteitsproductie in eigen beheer van de landbouwsector. De overige 9% is afkomstig van zonnepanelen. De elektriciteitsproductie door zonnepanelen in de totale landbouwsector bedraagt 842 TJ, waarvan wordt geschat dat 505 TJ of 60% onmiddellijk (binnen het kwartier) gebruikt wordt door de landbouwbedrijven die deze installaties beheren.
Het totale gebruik van elektriciteit in de landbouwsector komt op 3.595 TJ, waarvan 27% wordt geproduceerd door brandstofaangedreven installaties en onmiddellijk wordt gebruikt door het landbouwbedrijf zelf, 14% wordt geproduceerd door zonnepanelen en binnen het kwartier gebruikt door het landbouwbedrijf zelf en 59% wordt afgenomen van het net.
Uit deze cijfers kan de zelfvoorzieningsgraad voor elektriciteit op drie manieren berekend worden:
- Eigen productie ten opzichte van het gebruik (9095/3595): dan komt de zelfvoorzieningsgraad op 253%. Met andere woorden, de landbouw produceert 2,5 keer meer elektriciteit dan nodig is in de eigen sector.
- Het onmiddellijk gebruik ten opzichte van de eigen productie ((982+505)/9095: dan komt de zelfvoorzieningsgraad op 16%. De overige 84% wordt geïnjecteerd op het net.
- Het onmiddellijk gebruik ten opzichte van het totale gebruik ((982+505)/3595): dan komt de zelfvoorzieningsgraad op 41%. De overige 59% moet worden aangekocht van het net.
Onderstaande figuur toont dat de gespecialiseerde groentesector onder glas met 46% de grootste energiegebruiker is in 2022. De sierteeltsector onder glas is nog eens goed voor 7%. De categorie overige landbouwbedrijven neemt 14% voor haar rekening. Het aandeel van de gespecialiseerde melkvee- en varkensbedrijven bedraagt respectievelijk 9% en 8%. De akkerbouwsector is goed voor 6%. De overige tuinbouwbedrijven, vleesvee en fruit en groenten in openlucht zijn kleine verbruikers met respectievelijk 4%, 4%, 2% en 0,7%.
De hogere energieprijzen in 2022 treft alle deelsectoren uitgezonderd groenten openlucht waar het energiegebuik zeer beperkt is. Vooral glastuinbouw anticipeerde door later op te planten en teelten niet te belichten. Zakken het meest: groenten onder glas (-27%), akkerbouw (-17%), sierteelt onder glas (-12%) en varkens (-11%).