Het totale netto primaire energiegebruik door de gespecialiseerde akkerbouwbedrijven daalt in 2023 verder tot 1.399 terajoule (TJ), ondanks gunstigere energieprijzen. Dat komt overeen met 5% van het totale gebruik door de landbouw. Lichte stookolie is met 80% de belangrijkste energiedrager. De elektriciteitsproductie door zonnepanelen wordt geschat op 65 TJ. De zelfvoorzieningsgraad voor elektriciteit door brandstofaangedreven productie-installaties, waarbij het onmiddellijk gebruik ten opzichte van het totale gebruik wordt bekeken, bedraagt 11%.

Het netto-energiegebruik van gespecialiseerde akkerbouwbedrijven bedraagt in 2023 1.399 TJ, goed voor 5% van het totale energiegebruik in de landbouwsector. Ten opzichte van 2012 ligt het verbruik 22% hoger. Lichte stookolie is met 80% de belangrijkste aangekochte energiedrager. Dit omvat mazout voor tractoren en werktuigen, inclusief loonwerk. Het aandeel biomassa daalde na 2020 van 31% naar 8%, terwijl het aandeel aardgas eerst steeg tot 19% in 2017, maar in 2023 terugviel tot 2%.

Door een methodologische aanpassing in de berekeningen zijn in 2019 verschillende bedrijven aan een andere deelsector toegewezen. Die aanpassing zorgde ervoor dat er binnen de akkerbouwsector netto minder elektriciteit aan het net geleverd wordt. In 2019, 2021 en 2023 is de akkerbouw geen netto-elektriciteitsproducent.

Via teledetectie en artificiële Intelligentie op basis van de luchtfoto’s en koppeling met de verzamelaanvraag , wordt de oppervlakte zonnepanelen op Vlaamse akkerbouwbedrijven in 2023 geschat op bijna 160.769 m². De elektriciteitsproductie door deze zonnepanelen wordt geschat op 65 TJ.

Zonder zonnepanelen bedraagt de zelfvoorzieningsgraad voor elektriciteit door brandstofaangedreven productie-installaties, waarbij het onmiddellijk gebruik ten opzichte van het totale gebruik wordt bekeken, in 2023 11%. De overige 89% wordt van het net afgenomen.