De evolutie van de biologische productie in 2023 bevestigt de haperende groei die in 2022 werd ingezet. Het totale aantal landbouwbedrijven onder controle voor biologische productie stijgt met minder dan 2%. De biologische oppervlakte blijft met 9.984 hectare nagenoeg even groot als in 2022. De biologische veestapel tekent een negatieve groei op (-7%). In de biologische keten blijft het aantal bedrijven die actief zijn in de bereiding, distributie, opslag, import en export van bioproducten vrijwel gelijk. De biobestedingen stijgen daarentegen in Vlaanderen boven het half miljard euro door de inflatie en een toenemende aankoopfrequentie.

Aan het einde van 2023 stonden er in Vlaanderen 636 landbouwbedrijven onder controle voor biologische productie . Dat is een stijging met 1,6% ten opzichte van 2022, maar het op een na laagste groeipercentage in 15 jaar. Er waren 45 nieuwe aanmeldingen voor biologische productie in 2023, terwijl 37 landbouwers hun bioactiviteit hebben stopgezet. 22% van alle biolandbouwers beoefende naast de primaire landbouwactiviteit nog een of meerdere andere activiteiten in de bioketen.

De totale biologische oppervlakte in Vlaanderen bedroeg 9.984 hectare, wat quasi status quo is in verhouding tot het voorgaande jaar. 87% van de bio-oppervlakte is al volledig biologisch, 13% is areaal in omschakeling naar bio. Limburg is nog steeds de provincie met het hoogste bioaandeel (2%) in haar totale landbouwareaal. In West-Vlaanderen blijft het aandeel bioareaal het laagst (1,3%). Net als in 2022 winnen akkerbouwteelten aan belang (+9%). Zij maken nu ongeveer 19% uit van de Vlaamse bio-oppervlakte.

164 van de 636 Vlaamse biolandbouwers hadden dieren op het bedrijf die onder biocontrole staan. Dat zijn er 6% minder dan in het voorgaande jaar. Net als in 2022 valt vooral de negatieve evolutie op bij de bedrijven die zich richten op de biologische pluimveehouderij. Ook bij de biologische geiten- en rundveehouders zien we een achteruitgang. De totale bioveestapel daalde in 2023 met 7% tot 654.942 stuks. De afname van het aantal dieren die als biologisch geregistreerd zijn, geldt voor nagenoeg alle sectoren binnen de veeteelt.

Behalve de 636 biologische landbouwbedrijven stonden er in Vlaanderen nog 1.374 andere bedrijven onder controle voor gecertificeerde activiteiten in de bioketen (bereiding, distributie, opslag, import en export). Met 1.001 gecertificeerde ondernemingen blijft distributie van bioproducten de vaakst voorkomende marktactiviteit. Meer dan de helft van de 1.374 bioketenbedrijven (excl. producenten) combineert meerdere biologische activiteiten. De invoer van bioproducten uit niet-EU-landen bestaat vooral uit verse bananen, cacaobonen en ongebrande koffie.

De totale overheidssteun specifiek gericht op de biosector steeg in 2023 naar 7,2 miljoen euro. De helft van deze overheidsuitgaven werd aangewend voor de stimulering van de biologische productie, gevolgd door de steun voor onderzoek en kennisopbouw met een aandeel van 40%. 

De biologische voedings- en huishoudbestedingen in Vlaanderen groeiden in 2023 naar 554 miljoen euro, voornamelijk door de inflatie en een toenemende aankoopfrequentie. Ook de biobestedingen aan verse voeding (zuivel, eieren, vlees, vis, gevogelte, vleeswaren, brood, aardappelen, fruit en groenten) stegen naar 275 miljoen euro.

In 2023 bedroeg het marktaandeel van biologische voedings- en huishoudproducten in Vlaanderen 2,9%, terwijl het marktaandeel van biologische verse voeding op 4,9% ligt. Op productniveau haalden de plantaardige biologische vleesalternatieven (ruim 11%) en de bio-eieren (bijna 10%) het hoogste marktaandeel. Het prijsverschil tussen biologische versproducten en hun gangbare variant verkleinde tot gemiddeld 27% (in 2022 was dit nog 35%).

Van de Vlaamse gezinnen kocht 92% op jaarbasis al eens verse biovoeding. De meeste kopers (72%) vinden we nog steeds bij biogroenten, terwijl 65% biologisch fruit koopt. De meest intensieve biokopers zijn de welgestelde gepensioneerden en de welgestelde gezinnen met kinderen. 

De klassieke supermarkt bleef in Vlaanderen het grootste biokanaal met een aandeel van 42%, vóór het gespecialiseerde verkoopkanaal (28%). De hoevewinkel en de boerenmarkt zijn kleinere biokanalen, maar ze hebben wel het hoogste biologisch aandeel in hun assortiment. De logobekendheid van het Europese biolabel blijft in Vlaanderen onder het Europees gemiddelde, maar neemt gestaag toe.

Lees ook de vorige biorapporten:

Indien gewenst kunnen oudere versies van het rapport worden opgevraagd via het vragenformulier. De edities van ‘De biologische landbouw in Vlaanderen’ gaan terug tot het jaar 2005.