De studie is gebaseerd op een enquête bij groente- en fruittelers naar aanleiding van de Nationale Strategie voor Duurzame Operationele Programma’s in 2014 en gaat in op het effect van de teeltspecialisatie en de afzetmarktvoorkeur. Verschillende soorten groenten en fruit hebben andere kenmerken als het gaat om de productie, de bewaring en de afzet ervan. In de analyse wordt nagegaan of dit ook leidt tot een andere houding en andere noden van de telers ten opzichte van de Gemeenschappelijke Marktordening (GMO) en de producentenorganisaties (PO’s)?

In april 2014 vulden Vlaamse groente- en fruittelers een enquête in naar aanleiding van de Nationale Strategie voor Duurzame Operationele Programma’s. In 2015 verscheen een rapport met de algemene resultaten. Een nieuwe studie onderzoekt of de teelt en de manier van afzet de houding van de telers ten opzichte van de producentenorganisaties (PO’s) beïnvloeden.

Uit de analyse blijkt dat alle bedrijfstypes zich goed tot zeer goed voelen bij hun PO en het werk van de PO waarderen. Over het algemeen vinden de respondenten dat ze voldoende informatie krijgen van de PO’s. Ze beschouwen de PO’s als hun collectieve eigendom en zijn tevreden over de logistieke dienstverlening en de prijs-kwaliteitsverhouding van de geleverde diensten.

De telers konden ook aangeven hoe ze bepaalde acties en maatregelen van de PO’s beoordelen. Het zoeken van nieuwe afzetmarkten is voor alle telers het belangrijkste thema waarrond PO’s zouden moeten samenwerken. Alle telers geven aan dat inspraak een thema is waar de PO op moet blijven inzetten. Er zijn evenwel opmerkelijke verschillen merkbaar tussen de bedrijfstypes.

Vlaanderen telt 13 erkende producentenorganisaties in de groente- en fruitsector.