Deze indicator geeft het aantal aanvragers en het aangevraagd areaal weer van ecoregelingen (ER), agromilieu- en klimaatmaatregelen (AMKM) en beheerovereenkomsten (BO) van het GLB voor campagne 2023 waarvan de registratie in de perceelsaangifte (als bijkomende bestemming op een perceel) wordt bijgehouden. In 2023 deden in totaal bijna  14.000 aangifteplichtigen een aanvraag voor een ecoregeling, AMKM en/of BO. Op 266.513 ha aangegeven areaal werd minstens 1 maatregel aangevraagd. De populairste maatregelen (op basis van aangevraagd areaal) zijn het verhogen van de organische koolstof via stalmest, het behoud van meerjarig grasland, ecologisch beheerd grasland en voorjaarsbraak. 

In het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2023-2027 diende elke lidstaat zijn eigen strategisch plan op te maken. In dat plan beschrijft de lidstaat hoe ze aan de hand van pijler 1 en pijler 2-maatregelen aan de tien doelstellingen (negen specifieke doelstellingen, waarvan 3 economische, 3 ecologische en 3 sociale, en een horizontale doelstelling) wil voldoen. Het nieuwe GLB is groener en meer ambitieus richting milieu en klimaat. Er is een versterkte conditionaliteit, binnen pijler 1 (inkomensondersteuning), er dient 25% van het budget naar ecoregelingen te gaan en binnen pijler 2 dient 35% naar milieu, klimaat, biodiversiteit en dierenwelzijn te gaan. Ecoregelingen zijn jaarlijkse engagementen die enkel door actieve landbouwers kunnen afgesloten worden. Agromilieu- en klimaatmaatregelen zijn meerjarige engagementen. Beheerovereenkomsten zijn ook meerjarige engagementen, maar de doelgroep is ruimer dan de actieve landbouwer.

Met deze indicator geven we inzicht in de aangevraagde deelname aan perceelsgebonden ecoregelingen, agromilieu- en klimaatmaatregelen en/of beheerovereenkomsten voor campagne 2023. We geven weer hoeveel landbouwers de steun aangevraagd hebben, hoeveel percelen het betreft en het totaal aangevraagd areaal. Op termijn zal deze indicator verder uitgebreid worden naar niet-perceelsgebonden maatregelen  en zullen bijkomende analyses ontsloten worden. We merken op dat we momenteel enkel rapporteren over de aanvragers en het aangevraagd areaal en niet over het uiteindelijk (na alle controles) uitbetaald areaal en de uitbetaalde landbouwers. Onder de tabel vindt u een korte beschrijving van de maatregel, voor alle voorwaarden verwijzen we naar de website van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij. De analyse werd uitgevoerd op de definitieve snapshot van de perceelsaangifte 2023 voor landbouwers met percelen in gebruik op de uiterste indieningsdatum van de verzamelaanvraag (peildatum).

De populairste maatregelen in termen van areaal zijn het verhogen van de organische koolstof via stalmest, het behoud van meerjarig grasland, ecologisch beheerd grasland en voorjaarsbraak. We merken hierbij op dat een laag areaal niet noodzakelijk betekent dat de maatregel geen of weinig impact zou hebben. Bovendien zijn ook niet alle maatregelen overal toepasbaar (zo kunnen bepaalde faunavriendelijke maatregelen ook enkel in bepaalde gebieden worden afgesloten). 

Vlaanderen heeft in zijn strategisch plan heel wat ecoregelingen (ER) en agromilieu- en klimaatmaatregelen (AMKM) uitgewerkt. Een deel daarvan zijn enkel af te sluiten op graslanden. Het betreft de volgende maatregelen (met korte beschrijving – meer info op de website):  

  • ER Meerjarig grasland: de landbouwer wordt vergoed voor het 10 of 15 jaar laten aanliggen van zijn grasland (niet scheuren).
  • ER Ecologisch beheerd grasland: de landbouwer wordt vergoed voor het niet gebruiken van kunstmest en gewasbescherming op zijn graslanden. Een eventuele top-up is mogelijk voor extensieve begrazing met max. 2 GVE/ha.
  • AMKM Omzetten van tijdelijk naar blijvend grasland: de landbouwer wordt vergoed om zijn tijdelijk grasland langer aan te houden. 

Volgende maatregelen kunnen afgesloten worden op bouwland: 

  • ER ecoteelten: de landbouwer wordt vergoed voor de teelt van milieu-, klimaat- of biodiversiteitsvriendelijke teelten; meerbepaald de teelt van eenjarige eiwitgewassen, de teelt van milieuvriendelijke teelten met (bv. hennep) of zonder oogst (bv. groenbedekkers) of de teelt van faunavriendelijke (na)teelten (bv. zomergraan, faunamengsels, japanse haver) of faunavriendelijk beheer (bv. voorjaarsbraak). 
  • ER Aanbrengen van organische koolstof: de landbouwer wordt vergoed voor het verbeteren van het organische koolstofgehalte op zijn percelen door het opbrengen van bepaalde tonnages stalmest, compost of houtsnippers. Of voor het op peil houden van het organische koolstofgehalte (binnen de streefzone). 
  • ER Vruchtafwisseling met vlinderbloemigen: de landbouwer wordt vergoed om in de huidige en de vier voorgaande campagnes een vruchtafwisseling toe te passen. De teelten moeten in de verschillende jaren behoren tot minstens drie verschillende ‘vruchtafwisselingsgroepen’, waarvan minstens 1 maal een vlinderbloemige.
  • ER Mechanische onkruidbestrijding: de landbouwer wordt vergoed voor het mechanisch bestrijden van onkruiden i.p.v. het uitvoeren van bespuitingen.
  • ER (gras)bufferstroken: de landbouwer wordt vergoed voor de aanleg van bufferstroken met als doel erosiebestrijding (ER erosiestroken), de buffering van kwetsbare elementen of waterlopen. Een hogere vergoeding is voorzien voor een meer biodiverse invulling van stroken (ER bufferstrook met graskruiden of met bloemen).
  • ER erosiebestrijding: de landbouwer wordt vergoed voor de bestrijding van erosie door toepassing van niet-kerende bodembewerking, volleveldsinzaai van maïs of de aanleg van drempeltjes in de aardappelteelt.
  • AMKM ecoteelten: de landbouwer wordt vergoed voor de teelt van milieu-, klimaat- of biodiversiteitsvriendelijke teelten; meerbepaald de teelt meerjarige vlinderbloemige teelten (bv. grasklaver), graskruidenmengsels, luzerne, korte omloophout of miscanthus.

Volgende maatregelen kunnen afgesloten worden op fruitpercelen: 

  • AMKM bloemenstroken in de fruitteelt: de landbouwer wordt vergoed voor de aanleg van bloemenstroken tussen de rijen of aan de rand van de boomgaard.

Volgende maatregelen  zijn diergebonden: 

  • ER Voedermanagement bij rundvee: de landbouwer wordt vergoed voor het toedienen van voederadditieven die de methaanuitstoot van zijn rundvee reduceren. (nog niet ontsloten en dus nog niet in de tabel weergegevens)
  • AMKM behoud van lokale rassen: de landbouwer wordt vergoed voor de teelt van specifieke lokale rundvee-, varkens-, schapen- en geitenrassen. (nog niet ontsloten en dus nog niet in de tabel weergegevens)
  • AMKM Reductie van antibioticagebruik. (nog niet ontsloten en dus nog niet in de tabel weergegevens)

Overige maatregelen (kunnen worden afgesloten op bouwland en/of grasland of zijn bedrijfsmaatregelen of kunnen ruimer (bv. ook glastuinbouw) toegepast worden):

  • ER Precisielandbouw: de landbouwer wordt vergoed voor het opbrengen van gewasbeschermingsmiddelen en/of korrelmeststoffen via GPS of RTK-GPS toepassing.
  • ER plaatsspecifiek bekalken: de landbouwer wordt vergoed voor het plaatsspecifiek bekalken (adhv taakkaart en GPS).
  • ER Actief gebruik van bodempaspoort: de landbouwer wordt vergoed om zijn data te laten doorstromen naar het bodempaspoort (kan enkel in combinatie met andere, specifieke ecoregelingen). (nog niet ontsloten en dus nog niet in de tabel weergegevens)
  • ER Onderhoud van boslandbouwsystemen: de landbouwer wordt vergoed voor het onderhoud van zijn aangelegd agroforestry-perceel.
  • ER Toepassing van biologische landbouw: de landbouwer wordt vergoed voor de verderzetting van de biologische productiemethode.
  • AMKM Omschakeling naar biologische landbouw: de landbouwer wordt vergoed voor de omschakeling van gangbare naar biologische landbouw.

Wat betreft de VLM-beheerovereenkomsten: deze focussen in het nieuwe GLB volledig op biodiversiteit. Daarnaast zijn er ook nog enkele aflopende contracten van de vorige PDPO-periode lopend. De grote groepen maatregelen zijn:

  • De aanleg van bloemenstroken of bloemakkers.
  • Het botanisch beheer van graslanden: de landbouwer wordt vergoed voor het instandhouden of het ontwikkelen van waardevolle graslanden.
  • Faunabeheer op akkers: de landbouwer wordt vergoed om faunavriendelijke maatregelen te nemen op zijn bouwland, bv. door wisselteelten of luzerne te telen.
  • Faunabeheer op graslanden: de landbouwer wordt vergoed voor het inlassen van een rustperiode op zijn graslanden (bv. tijdens het broedseizoen of een plas-dras te ontwikkelen).
  • Faunavoedselgewassen: de landbouwer wordt vergoed voor het telen van specifieke teelten die een positieve invloed kunnen hebben voor fauna (bv. wintervoedsel voor vogels).
  • Kleine landschapselementen: de landbouwer wordt vergoed voor het beheer van de houtkanten.
  • Randenbeheer: de landbouwer wordt vergoed voor het uit productie nemen van een deel van zijn perceel en dit een biodiverse invulling te geven (kruidenrijke akkerranden of faunaranden).
  • De maatregel erosiebestrijding uit PDPO3 is uitdovend als beheerovereenkomst, maar werd opgenomen in de ecoregelingen.
  • De maatregel soortenbescherming uit PDPO3 is uitdovend.

Meer informatie over de beheerovereenkomsten is terug te vinden op www.vlm.be.