Korte keten is de meest voorkomende verbredingsactiviteit, blijkt uit cijfers van Statbel. In 2020 geeft 19% van de landbouwbedrijven in Vlaanderen aan dat ze aan een of meerdere vormen van rechtstreekse verkoop doen. Andere bedrijven doen aan zorg, landbouweducatie of hoevetoerisme, verrichten loonwerk of verkopen zelfgeproduceerde energie. 

Activiteiten diversifiëren is een manier om zich in te dekken tegen slechte productieresultaten. Landbouwers zoeken vaak een aanvullend inkomen door middel van activiteiten die niet rechtstreeks met de productieactiviteit te maken hebben. Dit soort activiteiten is zeer divers (sociaal, toeristisch, milieu, afzet, enz.). 

Een eenduidige afbakening/definitie van het begrip verbreding is er niet. We geven een overzicht van de verbredingsactiviteiten waarover gegevens bestaan.

Voorkomen van verbreding volgens landbouwenquête Statbel

De bron die ons het breedste zicht biedt op de frequentie van verbredingsactiviteiten is de landbouwenquête van Statbel (Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium). Onderstaande tabel geeft een overzicht van de resultaten van de bevraging die Statbel uitvoerde, van 2005 tot 2020. 

Korte keten is de meest voorkomende verbredingsactiviteit. In 2020 geeft 18,6% van de bedrijven aan dat ze aan een of meerdere vormen van ‘rechtstreekse verkoop’ doen. Dat is meer dan een verdubbeling in vergelijking  met 2013. Meer informatie over verschillende vormen van korte keten is terug te vinden in de specifieke indicator over korte keten.

870 landbouwbedrijven geven in de enquête van Statbel aan dat ze aan zorg of landbouweducatie doen op het bedrijf. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2016. Voordien werd deze vorm van verbreding niet bevraagd. Land- en tuinbouwers kunnen een subsidie krijgen voor het opnemen van een zorgtaak op hun bedrijf. 

In Vlaanderen zijn er volgens Statbel 564 landbouwbedrijven, ofwel 2,4% van alle bedrijven, die hun boerderij of hoeve openstellen voor toeristen. Ten opzichte van 2010 is er sprake van een verdubbeling. Ruim 40% van de toeristische activiteiten (227 bedrijven) bevindt zich in de provincie West-Vlaanderen. 

In 2020 zijn er 1.019 landbouwbedrijven die ook loonwerk verrichten met behulp van de machines van het eigen bedrijf. Dit is een toename ten opzichte van 2010 met 65%. Een laatste belangrijke vorm van verbreding gaat over de verkoop van energie. Statbel maakt in de recentste enquête (2020) melding van 435 landbouwbedrijven die energie produceren bestemd voor verkoop.  

In 2020 doet iets meer dan een kwart van de landbouwbedrijven minstens één van bovenstaande verbredingsactiviteiten.  12% van de bedrijven combineert zelfs meerdere activiteiten. Opvallend is ook dat, behalve voor melkvee, de dierlijke sectoren minder aan verbreding doen in vergelijking met de plantaardige sectoren.

Een woord over de werkwijze van Statbel: de jaarlijkse landbouwtelling, gebaseerd op data uit diverse administratieve databanken, wordt in de jaren van een structuurenquête aangevuld met gegevens uit specifieke thematische bevragingen. Dit gebeurt ongeveer 3 keer in 10 jaar tijd (in de jaartallen eindigend op 0, 3 en 6). Er moet hier echter bij worden vermeld dat de landbouwer volgens zijn interpretatie van de definities deze enquête invult. Daarom verschillen deze resultaten dan ook van de themaspecifieke databanken (zie verder)

De analyses op basis van de landbouwenquêtes van Statbel geven een beeld van het voorkomen van verbredingsactiviteiten op Vlaamse landbouwbedrijven. De enquête over verbreding bevatte echter niet elk jaar dezelfde opdeling in verbredingsactiviteiten. Zo wordt er pas sinds 2013 gevraagd naar korteketenactiviteiten. Wel is er steeds gevraagd naar het voorkomen van ‘andere verbredingsactiviteiten’, wat als een restcategorie beschouwd kan worden.

Voorkomen van verbreding volgens administratieve databanken

Voor een aantal van de verbredingsmaatregelen zijn er specifieke (steun)maatregelen van toepassing, waardoor we ook via administratieve databanken een zicht krijgen op deze specifieke vorm van verbreding. Deze databanken zitten verspreid bij de bevoegde instanties en kunnen niet altijd gekoppeld worden, zodat deze data dus enkel iets vertellen over het voorkomen van die specifieke vorm van verbreding en niet de combinaties ervan.

In 2021 zijn er 359 actieve zorgboerderijen in Vlaanderen, een daling van 2% ten opzichte van het jaar ervoor. Er waren 805 overeenkomsten actief waarvoor subsidies werden aangevraagd, goed voor 85.402 zorgactiviteiten. De overheid keerde hiervoor in 2021 1,37 miljoen euro aan subsidies uit.

Er zijn in 2023 in Vlaanderen 94 kijkboerderijen aangesloten bij Plattelandsklassen vzw, goed voor een toename van 18% ten opzichte van 2016. Naast kijkboerderijen, die een specifiek educatief aanbod uitbouwen, zijn er ook heel wat andere educatieve hoeves en nabijheidsboerderijen (42 in 2023) die groepen ontvangen.

Onder verbreding vallen ook enkele beheerovereenkomsten (BO) die betrekking hebben op milieu-, natuur- en landschapsbeheer. Het gaat om BO’s rond natuur, erosiebestrijding, perceelsrandenbeheer, kleine landschapselementen, botanisch beheer en soortenbescherming. 16,4% van de Vlaamse landbouwbedrijven (3.676 bedrijven) heeft in 2022 minstens een van deze beheerovereenkomsten. In 2010 was dat nog maar 9%. 

VLAM houdt met ‘Recht van bij de boer’ een online databank van korteketenverkooppunten bij. In juli 2023 zijn er ruim 1.600 verkooppunten geregistreerd. Zo zijn er 717 hoevewinkels, 285 afhaalpunten en 245 automaten. Op veel van deze verkooppunten worden producten verkocht van meerdere producenten.

De totale omzet  van de rechtstreekse verkoop op de hoeve en de boerenmarkten in Vlaanderen bedraagt in 2021 96 miljoen euro. Dat is een stijging van 14% in vergelijking met 2019 en een daling van 8% tegenover 2020. 2020 was door de coronalockdown een uitzonderlijk jaar. Door de herwonnen tijd vanwege het vele thuiswerken, de nood aan beweging en de sympathie voor de lokale ondernemer herontdekte de consument de hoevewinkel in zijn buurt. Tegelijk waren openbare markten en boerenmarkten een tijd verplicht gesloten. De rechtstreekse verkoop op de hoeve was goed voor 82 miljoen euro in 2021. Het aandeel van de hoeveverkoop schommelt hiermee rond 1,2% in de totale distributie van verse voeding in Vlaanderen. Voor de boerenmarkt schommelt het aandeel rond de 0,2%.