De korte keten – de directe verkoop aan de consument  - zit in de Vlaamse landbouw in stijgende lijn. In 2020 zijn er 4.329 korteketenbedrijven, goed voor 19% van alle landbouwbedrijven. In 2016 was dat nog maar 10%.

De populairste korteketenactiviteit is, met een aandeel van 94%, hoeveverkoop via een eigen winkel of automaat of via de mogelijkheid tot zelfpluk. 6% van de korteketenlandbouwers verkoopt producten rechtstreeks op de markt en 4% heeft een pakkettensysteem.

Het aandeel bedrijven met korte keten is het grootst binnen de tuinbouw. Biologische bedrijven doen veel meer aan korte keten dan gangbare bedrijven, met respectievelijke percentages van 61% en 18%. Dat komt ook omdat biologische korteketenbedrijven vaak tuinbouwbedrijven zijn en dus gespecialiseerd in groenten, fruit of sierteeltproducten.

De bedrijfsleiders van korteketenbedrijven zijn gemiddeld jonger dan bedrijven zonder korte keten. Zo is 28% van de bedrijfsleiders van korteketenbedrijven jonger dan 45 jaar, vergeleken met 17% voor bedrijven zonder korte keten. Verder zijn korteketenbedrijven gemiddeld groter in oppervlakte en standaardopbrengst, al is het verschil met bedrijven zonder korte keten klein. De oppervlakte en standaardopbrengst verschilt sterk tussen bedrijfstypes en binnen de bedrijfstypes is de spreiding bovendien groot.

Het aantal arbeidskrachten is gemiddeld iets hoger op een korteketenbedrijf. Ook op het vlak van arbeid is de spreiding tussen en binnen bedrijfstypes groot. 11% van de korteketenbedrijven haalt zijn volledige inkomen uit de korteketenverkoop. Bij 70% is dat 1 tot 50% van het inkomen, bij 19% tussen 50 en 100%. Bedrijven met een hoger inkomensaandeel zijn gemiddeld kleiner en hebben een lagere standaardopbrengst.

Korteketenbedrijven oefenen ten slotte meer andere verbredende activiteiten uit. Zo heeft 10% van de korteketenbedrijven een zorg- en/of educatieve boerderij en 7% activiteiten omtrent toerisme, logies en/of een andere vorm van vrijetijdsbesteding.

Het Departement Landbouw en Visserij analyseerde en vergeleek de kenmerken van land- en tuinbouwbedrijven met en zonder korte keten in Vlaanderen. De gegevens zijn afkomstig van de landbouwtelling van het Belgische statistiekbureau Statbel. Het rapport behandelt cijfers van 2016 en 2020.