Vlaanderen is meer dan ooit een netto-exporteur van agrarische producten. De uitvoer bedraagt in 2024 56,7 miljard euro en de invoer 47,6 miljard euro. Het handelsoverschot ligt daarmee op +9,1 miljard euro.

In vergelijking met 2023 zijn zowel de uitvoer als de invoer van agrarische producten gestegen. De uitvoer groeide in 2024 met +1,9%, de invoer nam toe met +6,1%. Daardoor is het handelsoverschot met -15,8% gedaald, nadat in 2023 een recordhoogte werd bereikt. In vergelijking met 2015 is de in- en uitvoerwaarde verdubbeld en is het overschot driemaal zo groot. 

De stijgende handelswaarden hangen onlosmakelijk samen met inflatie. In volume zien we over de jaren heen een beperktere toename dan in prijs. Tegenover 2014 groeide het invoervolume met 5% en het uitvoervolume met 14%, tegenover 2023 lag de toename van import en export rond de 2%. In 2024 was er in België een inflatie van 4,3%, gemeten op basis van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen. In 2023 was dat 2,3%, in 2022 zelfs 10,3%. De consumptieprijsindex voor energiedragers (+9,7%) steeg in 2024 sterker dan die van verse voeding (+2,5%) en bewerkte voeding (+5,6%). 

De akkerbouwproducten zijn met voorsprong de belangrijkste productgroep voor de agrohandel, met een uitvoer van net geen 24,0 miljard euro en een invoer van 22,3 miljard euro. Het is dan ook een heel brede categorie met basisproducten als granen en oliehoudende zaden, die voor menselijke en dierlijke consumptie bestemd zijn, uitheemse producten zoals koffiebonen, rijst en cacao, en verwerkte producten, zoals deegwaren, koekjes en chocolade. Zowel bij de uitvoer als bij de invoer staan de overige producten (vis, schaal- en weekdieren, dranken, oliën en vetten, veevoeders) en de dierlijke producten op de plaatsen twee en drie. 

Het grootste handelsoverschot is er in 2024 bij de dierlijke producten (met een saldo van +2,9 miljard euro). De export is bij deze producten tegenover 2023 licht gestegen (+1%), terwijl de import afnam met -3%. De agro-industriële producten (+2,0 miljard euro), de overige producten (+2,0 miljard euro) en de dierlijke producten ( +1,7 miljard euro) dragen elk sterk bij tot het Vlaamse agrohandelsoverschot. Ook de tuinbouwproducten (+0,5 miljard euro) noteren een positief saldo. 

Het totale positieve saldo wijst erop dat de Vlaamse agrovoedingssector meerwaarde creëert. We voeren veel onbewerkte bulkproducten in (bv. aardappelen, cacao, tarwe, gerst, soja en levende dieren) en voeren in meer of mindere mate verwerkte producten uit (bv. diepvriesfrieten, chocolade, koekjes, bier, zuivel en vlees). Onze export bestaat ook voor een belangrijk deel uit geïmporteerde producten die hier al dan niet worden verwerkt en daarna opnieuw worden geëxporteerd (wederuitvoer).

Vlaanderen voert veel akkerbouwproducten uit. Graanproducten, zoals banketbakkerswerk, meelpreparaten en mout, en afgeleide producten, vooral van cacao en tabak, zijn goed voor een export van respectievelijk 5,8 en 6,3 miljard euro. Daarna volgen zuivel (4,0 miljard euro), aardappelen (3,5 miljard euro), dranken, vooral bier, pure alcohol en water en limonade (3,5 miljard euro), en vers en bevroren vlees (3,2 miljard euro). Voor de export van cacao (+73%) en afgeleide producten van cacao (+33%) kenden een sterke toename in 2024 die enkel te wijten is aan de sterke prijsstijging van cacao.

Bij de import bestaat de top vijf uit afgeleide producten, vooral van cacao en tabak (4,9 miljard euro), overige gewassen, vooral cacao, koffie en tabak (4,6 miljard euro), zuivel (3,6 miljard euro), graanproducten, zoals banketbakkerswerk (3,1 miljard euro), en dranken, vooral wijn, water en limonade (2,7 miljard euro).

Vlaanderen noteert een fors handelsoverschot bij producten als aardappelbereidingen, banketbakkerswerk, vers en bevroren varkensvlees, cacaoproducten, bier, diepvriesgroenten, landbouwwerktuigen, margarine, bestrijdingsmiddelen en suikerhoudende producten. Een aanzienlijk handelstekort is er bij oliën, oliezaden (koolzaad en soja), cacao, consumptieaardappelen, koffie, granen (tarwe, gerst en maïs), wijn, landbouwtrekkers, kaas en vis en zeevruchten.

De Vlaamse agrarische handel gebeurt vooral met de buurlanden. Nederland is met een exportwaarde van 10,4 miljard euro onze voornaamste afzetmarkt, op de voet gevolgd door Frankrijk met 10,0 miljard euro. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk sluiten aan met respectievelijk 8,1 miljard euro en 5,8 miljard euro. Na Spanje, Italië en Polen duiken in het klassement de eerste twee niet-Europese klanten op: de Verenigde Staten en China.

Nederland exporteert voor 14,5 miljard euro aan agrohandelsproducten naar Vlaanderen en is met 30% van de invoerwaarde veruit onze belangrijkste leverancier. Daarna volgen Frankrijk en Duitsland. 29% van de geïmporteerde producten komt van buiten de EU.

Ons ruime positieve saldo danken we voornamelijk aan drie landen. Met het Verenigd Koninkrijk heeft Vlaanderen het grootste agrohandelsoverschot. Duitsland en Frankrijk komen daarna. Met Nederland, Ivoorkust, Brazilië, Oekraïne en Nieuw-Zeeland is er een stevig handelstekort.

De agrarische producten waren in 2024 volgens het communautaire concept van de Nationale Bank van België goed voor 12,9% van de totale import en 15,3% van de totale export van het Vlaamse Gewest. Het aandeel van de agrohandel is in 2024 sterk gestegen. 

Het Vlaamse aandeel in de totale Belgische in- en uitvoer van agrarische producten bedraagt respectievelijk 88,3% en 86,1%. Ten opzichte van de vorige jaren is het aandeel van de import en export in de nationale agrohandel nagenoeg hetzelfde gebleven. Bij de meeste productgroepen zit het aandeel tussen 75% en 100%.

Vlaanderen is ook een vooraanstaande speler in de Europese agrohandel. Het aandeel van Vlaanderen in de EU bedraagt 6,4% bij de invoer van agrarische producten en 7,1% bij de uitvoer ervan.

Dit is een Vlaamse openbare statistiek: agrarische handel.