Het Vlaamse handelsoverschot bij agrarische producten klokt in 2024 af op +9,1 miljard euro. De uitvoer is in vergelijking met 2023 met 1,9% gestegen naar 56,7 miljard euro, maar de invoer is nog sterker gegroeid, met 6,1% tot 47,6 miljard euro. In volume ligt de groei van in- en uitvoer tussen 1,5 en 2%. 

Vlaanderen wordt gekenmerkt door een open economie en een exportgerichte agrovoedingsindustrie. Het positieve saldo wijst erop dat de Vlaamse agrovoedingssector meerwaarde creëert. In waarde exporteert Vlaanderen meer dan het importeert, in volume is de import echter groter dan de export. We voeren namelijk veel onbewerkte bulkproducten in (bv. cacao, graan, oliezaden) en voeren voor een groot deel in meer of mindere mate verwerkte producten met een hogere meerwaarde uit (bv. chocolade, koekjes, bier, vlees).

Door de hoge cacaoprijzen laten chocolade- en cacaoproducten de hoogste invoer- en uitvoerwaarde optekenen. Aardappelbereidingen zoals diepvriesfrieten en -kroketten dragen in 2024 het sterkst bij tot het positieve handelssaldo, al is de export na het topjaar 2023 gedaald. In de top tien van exportproducten staan verder zuivelproducten, (varkens)vlees, banketbakkerswerk (o.a. koekjes en wafels), vers fruit, veevoeders, meststoffen, landbouwwerktuigen en bestrijdingsmiddelen. 

Vlaanderen, centraal gelegen in het welvarende West-Europa, importeert via zijn havens veel uitheemse producten, zoals bananen en kiwi’s, die deels voor de wederuitvoer bestemd zijn. Een aanzienlijk handelstekort is er bij granen, oliezaden, oliën, koffie, vis en wijn. 

Nederland is de belangrijkste afzetmarkt voor agrovoedingsproducten uit Vlaanderen. Onze noorderburen klokken af op 10,4 miljard euro. Frankrijk en Duitsland volgen met respectievelijk 10,0 miljard en 8,1 miljard. Deze drie landen vertegenwoordigen 50% van de totale uitvoer van agrohandelsproducten uit Vlaanderen. Het Verenigd Koninkrijk staat met 5,8 miljard afgescheiden op de vierde plaats. De export naar Groot-Brittannië blijft na de Brexit gestaag stijgen. De twee voornaamste niet-Europese klanten zijn de Verenigde Staten en China.

Nederland exporteert naar Vlaanderen voor 14,5 miljard euro aan agrohandelsproducten en is daarmee goed voor 30% van onze invoerwaarde. Frankrijk en Duitsland staan op de tweede en derde plaats. Vlaanderen boekt het grootste agrohandelsoverschot met het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door Duitsland en Frankrijk. Met Nederland, Ivoorkust, Brazilië, Oekraïne en Nieuw-Zeeland is er een stevig handelstekort. 

Het Vlaamse aandeel in de totale Belgische uitvoerwaarde van agrarische producten bedraagt 85% , bij de invoer is dat 87%. Het aandeel van Vlaanderen in de EU-handel van agrarische producten zit rond de 7% bij de uitvoer en 6,5% bij de invoer. België is in de EU de zesde grootste uitvoerder van agrarische producten en heeft het vierde grootste agrohandelsoverschot. 

De handel in agrarische producten houdt veel beter stand dan de totale Vlaamse handel. De uitvoer van goederen zakte in 2024 in waarde met 4%, terwijl de invoer er 6% op achteruitging. De oorzaak wordt gezocht bij de vertraging van de wereldhandel. Het belang van de agrohandel in de totale Vlaamse handel is daardoor ook gegroeid. De agrarische producten zijn in 2024 goed voor 13% van de totale import en 15% van de totale export. 

Opvallend: in 2024 bereikte het agrohandelsoverschot met de Verenigde Staten een recordhoogte met +555 miljoen euro. In de VS zetten we vooral landbouwwerktuigen, cacaoproducten, aardappelbereidingen, banketbakkerswerk, meststoffen en diepvriesgroenten af. De invoer van tractors uit de VS viel sterk terug. De invoer uit Oekraïne piekte daarentegen naar 667 miljoen euro. Het gaat vooral om koolzaad, maïs, oliën en soja.

Lees ook de vorige agrohandelsrapporten:

Indien gewenst kunnen oudere versies van het rapport worden opgevraagd via het vragenformulier. Deze gaan terug tot het jaar 2005.