Vlaanderen is meer dan ooit een netto-exporteur van agrarische producten. De uitvoer bedraagt in 2023 55,7 miljard euro en de invoer 44,9 miljard euro. Het handelsoverschot ligt daarmee op recordhoogte: +10,8 miljard euro.

In vergelijking met 2022 is de uitvoer van agrarische producten gestegen, maar de invoer gedaald. De uitvoer groeide in 2023 met +3,5%, de invoer daalde daarentegen met -3,2%. Daardoor is het handelsoverschot bijna verdubbeld. In vergelijking met 2014 is de in- en uitvoer met meer dan de helft toegenomen en is het overschot driemaal zo groot. 

De forse groeicijfers van 2022 van meer dan +20% onder invloed van de torenhoge inflatie zijn verleden tijd. In 2023 was er in België een inflatie van 3,2% gemeten op basis van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen. In 2022 was dat nog 10,3%, vooral door de ongeziene prijsstijgingen bij energiedragers. Zowel de consumptieprijsindex voor niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees, vis) (12,4%) als voor bewerkte voeding (12,7%) ging er in 2023 nog altijd sterk op vooruit. 

De akkerbouwproducten zijn met voorsprong de belangrijkste productgroep voor de agrohandel, met een uitvoer van 22,3 miljard euro en een invoer van 19,4 miljard euro. Het is dan ook een heel brede categorie met basisproducten als granen en oliehoudende zaden, die voor menselijke en dierlijke consumptie bestemd zijn, uitheemse producten zoals koffiebonen, rijst en cacao, en verwerkte producten, zoals deegwaren, koekjes en chocolade. Zowel bij de uitvoer als bij de invoer staan de overige producten (vis, schaal- en weekdieren, dranken, oliën en vetten, veevoeders) en de dierlijke producten op de plaatsen twee en drie. 

Het grootste handelsoverschot is er in 2023 verrassend genoeg bij de akkerbouwproducten (+2,9 miljard euro). De export is bij deze producten tegenover 2022 sterk gestegen, terwijl de import constant gebleven is. In 2022 had deze categorie nog een beperkt tekort van -40 miljoen euro, onder invloed van de stijgende prijzen voor granen, oliezaden en andere inputs voor de landbouw en agrovoedingsindustrie. De dierlijke producten (met een saldo van +2,6 miljard euro), de agro-industriële producten (+2,3 miljard euro) en de overige producten (+2,0 miljard euro) dragen elk sterk bij tot het Vlaamse agrohandelsoverschot. Ook de tuinbouwproducten (+1,1 miljard euro) noteren een positief saldo. 

Het totale positieve saldo wijst erop dat de Vlaamse agrovoedingssector meerwaarde creëert. We voeren veel onbewerkte bulkproducten in (bv. aardappelen, cacao, tarwe, gerst, soja en levende dieren) en voeren in meer of mindere mate verwerkte producten uit (bv. diepvriesfrieten, chocolade, koekjes, bier, zuivel en vlees). Onze export bestaat ook voor een belangrijk deel uit geïmporteerde producten die hier al dan niet worden verwerkt en daarna opnieuw worden geëxporteerd (wederuitvoer).

Vlaanderen voert veel akkerbouwproducten uit. Graanproducten, zoals banketbakkerswerk, meelpreparaten en mout, en afgeleide producten, vooral van cacao en tabak, zijn goed voor een export van respectievelijk 5,7 en 5,0 miljard euro. Daarna volgen zuivel (4,0 miljard euro), aardappelen (3,6 miljard euro), dranken, vooral bier, pure alcohol en water en limonade (3,6 miljard euro), en vers vlees (3,3 miljard euro). De export van aardappelbereidingen zat in 2023 in de lift (+44%). 

Bij de import bestaat de top vijf uit zuivel (3,7 miljard euro), afgeleide producten, vooral van cacao en tabak (3,2 miljard euro), graanproducten, zoals banketbakkerswerk (3,1 miljard euro), overige gewassen, zoals koffie, cacao en tabak (3,1 miljard euro), en dranken, vooral wijn, water en limonade (2,6 miljard euro)  Op korte afstand volgen oliehoudende zaden, zoals koolzaad en soja, en oliehoudende producten, vooral oliën.

Vlaanderen noteert een fors handelsoverschot bij producten als aardappelbereidingen, vers vlees, cacaoproducten, banketbakkerswerk, landbouwwerktuigen, bier, diepvriesgroenten, margarine, bestrijdingsmiddelen en meststoffen. Een aanzienlijk handelstekort is er bij granen (tarwe, gerst en maïs), oliezaden (koolzaad en soja), oliën, vis en zeevruchten, koffie en wijn.

De Vlaamse agrarische handel gebeurt vooral met de buurlanden. Frankrijk is met een exportwaarde van 10,4 miljard euro onze voornaamste afzetmarkt, op de voet gevolgd door Nederland met 10,2 miljard euro.  Duitsland en het Verenigd Koninkrijk sluiten aan met respectievelijk 8,1 miljard euro en 5,2 miljard euro. Na Spanje, Italië en Polen duiken in het klassement de eerste twee niet-Europese klanten op: de Verenigde Staten en China.

Nederland exporteert voor 13,6 miljard euro aan agrohandelsproducten naar Vlaanderen en is met 30% van de invoerwaarde veruit onze belangrijkste leverancier. Daarna volgen Frankrijk en Duitsland. 27% van de geïmporteerde producten komt van buiten de EU.

Ons ruime positieve saldo danken we voornamelijk aan drie landen. Met het Verenigd Koninkrijk heeft Vlaanderen het grootste agrohandelsoverschot. Duitsland en Frankrijk komen daarna. Met Nederland, Ivoorkust, Brazilië, Australië, Canada en Oekraïne is er een stevig handelstekort.

De agrarische producten waren in 2023 volgens het communautaire concept van de Nationale Bank van België goed voor 10,8% van de totale import en 14,8% van de totale export van het Vlaamse Gewest. Het aandeel van de agrohandel is in 2023 sterk gestegen. 

Het Vlaamse aandeel in de totale Belgische in- en uitvoer van agrarische producten bedraagt respectievelijk 86,5% en 84,8%. Ten opzichte van de vorige jaren is het aandeel van de import en export in de nationale agrohandel nagenoeg hetzelfde gebleven. Bij de meeste productgroepen zit het aandeel tussen 75% en 100%.

Vlaanderen is ook een vooraanstaande speler in de Europese agrohandel. Het aandeel van Vlaanderen in de EU bedraagt 6,2% bij de invoer van agrarische producten en 7,1% bij de uitvoer ervan.

Dit is een Vlaamse openbare statistiek: agrarische handel.