Vlaanderen is en blijft een netto-exporteur van agrarische producten. De invoer bedraagt in 2022 46,4 miljard euro en de uitvoer 53,8 miljard euro. Het handelsoverschot bedraagt daardoor +7,5 miljard euro.

In vergelijking met 2021 is zowel de invoer als de uitvoer met bijna een kwart gestegen. De stijging is het gevolg van de sterke inflatie. Het totale volume van de agrohandel is vrij constant gebleven, al zijn er verschillen tussen productgroepen. In 2022 was er op jaarbasis in België een toename van de prijzen voor goederen en diensten van 10,3%, aangewakkerd door fors stijgende voedsel- en vooral energieprijzen. De oorlog in Oekraïne versterkte de inflatie. Daarnaast speelt ook nog de heropleving van de economie na de covid-19-crisis die in 2020 begon.

Ook de totale Vlaamse in- en uitvoer van goederen nam in waarde toe, en zelfs een pak sterker dan bij de agrohandel. Voedingsproducten zijn net iets minder conjunctuur- en crisisgevoelig omdat de consumptie ervan niet of nauwelijks uitgesteld kan worden. Vlaanderen heeft in 2022 een tekort bij de totale goederenhandel door de duurdere ingevoerde aardolie en aardgas.

De akkerbouwproducten zijn met voorsprong de belangrijkste productgroep voor de agrohandel, met een in- en uitvoer van 19,6 miljard euro. Het is dan ook een heel brede categorie met basisproducten als granen en oliehoudende zaden, die voor menselijke en dierlijke consumptie bestemd zijn, uitheemse producten zoals koffiebonen, rijst en cacao, en verwerkte producten, zoals deegwaren, koekjes en chocolade. Bij de uitvoer staan de overige producten (vis, schaal- en weekdieren, dranken, oliën en vetten, veevoeders) (10,2 miljard euro) en de dierlijke producten (9,7 miljard euro) op de plaatsen twee en drie, bij de invoer staan de overige producten (7,8 miljard euro) voor de dierlijke producten (7,3 miljard euro).

Vooral de dierlijke producten (met een saldo van +2,5 miljard euro) en de overige producten (+2,4 miljard euro) dragen bij tot het Vlaamse handelsoverschot. Ook de agro-industriële producten (+2,0 miljard euro) en de tuinbouwproducten (+0,6 miljard euro) noteren een overschot. Bij akkerbouwproducten is het verschil tussen invoer- en uitvoerwaarde gering (saldo van -40 miljoen euro), maar dat er voor het eerst sinds jaren een tekort in deze categorie is, wijst op de stijgende prijzen in 2022 voor granen, oliezaden en andere inputs voor de landbouw en agrovoedingsindustrie.

Het totale positieve saldo wijst erop dat de Vlaamse agrovoedingssector meerwaarde creëert. We voeren veel onbewerkte bulkproducten in (bv. cacao, tarwe, gerst, soja en levende dieren) en voeren in meer of mindere mate verwerkte producten uit (bv. chocolade, koekjes, bier, zuivel en vlees).

Vlaanderen voert veel akkerbouwproducten uit. Graanproducten, zoals banketbakkerswerk, meelpreparaten en mout en afgeleide producten, vooral van cacao en tabak, zijn goed voor een export van respectievelijk 5,1 en 4,3 miljard euro. Daarna volgen zuivel (4,0 miljard euro), dranken, vooral bier, pure alcohol en water en limonade (3,5 miljard euro), meststoffen (3,3 miljard euro) en vers vlees (3,2 miljard euro). Aardappelen klokken af op 2,5 miljard euro.

Bij de import zijn er zeven productgroepen met een invoerwaarde van meer dan 2,5 miljard euro: zuivel (3,7 miljard euro), overige gewassen, zoals koffie, cacao en tabak (3,5 miljard euro), afgeleide producten, vooral van cacao en tabak (2,9 miljard euro), meststoffen (2,7 miljard euro), graanproducten, zoals banketbakkerswerk (2,7 miljard euro), oliehoudende producten, vooral oliën (2,7 miljard euro), en oliehoudende zaden, zoals koolzaad en soja (2,6 miljard euro).  

Vlaanderen noteert een fors handelsoverschot bij producten als aardappelbereidingen, vers vlees, cacaoproducten, banketbakkerswerk, bier, bestrijdingsmiddelen en diepvriesgroenten. Een aanzienlijk handelstekort is er bij oliezaden (koolzaad en soja), granen (tarwe, gerst en maïs), oliën, koffie, cacao, wijn, vis en zeevruchten.

Frankrijk is onze voornaamste afzetmarkt, goed voor 10,4 miljard euro. Nederland en Duitsland volgen met respectievelijk 9,6 miljard euro en 7,9 miljard euro. Het Verenigd Koninkrijk staat afgescheiden op de vierde plaats. De export naar over het Kanaal blijft ook na de Brexit gestaag stijgen. De twee voornaamste niet-Europese klanten zijn de Verenigde Staten en China.

Nederland exporteert voor 12,9 miljard euro aan agrohandelsproducten naar Vlaanderen en is met 28% van de invoerwaarde veruit onze belangrijkste leverancier. Daarna volgen Frankrijk en Duitsland. 31% van de geïmporteerde producten komt van buiten de EU.

Vlaanderen boekt het grootste agrohandelsoverschot met het Verenigd Koninkrijk, gevolgd door Duitsland en Frankrijk. Met Nederland, Brazilië, Ivoorkust, Canada en Australië is er een stevig handelstekort.

De agrarische producten waren in 2022 volgens het communautaire concept van de Nationale Bank van België goed voor 9,5% van de totale Vlaamse import en 11,2% van de totale export. Het aandeel is voor het tweede jaar op rij gezakt. Dat komt omdat de handel in agroproducten in de voorbije jaren iets stabieler was dan de totale handel.

Het Vlaamse aandeel in de totale Belgische in- en uitvoer van agrarische producten bedraagt respectievelijk 86,5% en 84,6%. Ten opzichte van de vorige jaren is het aandeel van de import en export in de nationale agrohandel nagenoeg hetzelfde gebleven. Bij de meeste productgroepen zit het aandeel tussen 75% en 100%.

Vlaanderen is ook een vooraanstaande speler in de Europese agrohandel. Het aandeel van Vlaanderen in de EU bedraagt 6,4% bij de invoer van agrarische producten en 7,0% bij de uitvoer ervan.

Dit is een Vlaamse openbare statistiek: agrarische handel.