Vlaanderen is een netto-exporteur van agrarische producten. De invoer bedraagt in 2021 37,6 miljard euro en de uitvoer 43,1 miljard euro. Het handelssaldo ligt daarmee op +5,5 miljard euro.
In 2021 kennen zowel de import als de export een sterke stijging. Dat is een gevolg van de herleving van de economie na het (gedeeltelijk) lossen van de lockdown en bijhorende restricties in het kader van de covid-19-crisis en de inhaalvraag na de recessie van 2020. Ook het feit dat de handelsstromen in lopende prijzen uitgedrukt zijn, speelt een rol: de toegenomen inflatie in 2021 zette de stijging van de waarde van import en export kracht bij. Tegenover 2017 groeide de uitvoer met meer dan 12% en de invoer zelfs met bijna 17%.
De agrohandel toont in 2021 minder sterke verschuivingen dan de totale Vlaamse handel: de totale uitvoer van goederen groeide in 2021 met 28%, de invoer met 35%. De handel in landbouwgoederen had in 2020 relatief minder te lijden onder de coronacrisis dan die van niet-landbouwgoederen, maar tegelijkertijd is de groei in 2021 ook minder. Dat heeft te maken met een geringere conjunctuur- en crisisgevoeligheid van voedingsmiddelen omdat we ze dagelijks nodig hebben en de consumptie minder dan bij andere goederen uitgesteld kan worden.
De akkerbouwproducten zijn met voorsprong de belangrijkste productgroep voor de agrohandel. De uitvoer is goed voor 16,2 miljard euro, de invoer voor bijna 16 miljard euro. Bij de uitvoer staan de andere producten (8,6 miljard euro) en de dierlijke (7,8 miljard euro) op de plaatsen twee en drie, bij de invoer zijn dat de andere producten (6,7 miljard euro) en de tuinbouwproducten (6,3 miljard euro).
Vooral de dierlijke producten (met een saldo van +2,0 miljard euro) en de andere producten (+1,9 miljard euro) dragen bij tot het Vlaamse handelsoverschot. Ook de agro-industriële producten (+1,4 miljard euro) noteren een duidelijk overschot. Bij akkerbouwproducten is er nog een licht handelsoverschot (0,26 miljard euro), terwijl er bij de tuinbouwproducten een gering handelstekort is (saldo van -27 miljoen euro).
Het totale positieve saldo wijst erop dat de Vlaamse agrovoedingssector meerwaarde creëert. We voeren veel onbewerkte bulkproducten in (bv. cacao, tarwe, gerst, soja) en voeren in meer of mindere mate verwerkte producten uit (bv. chocolade, koekjes, bier, zuivel en vlees).
Vlaanderen voert veel akkerbouwproducten uit. Graanproducten, zoals banketbakkerswerk, meel en deegwaren, en afgeleide producten, vooral van cacao en tabak, zijn goed voor een export van respectievelijk 4,3 en 4,0 miljard euro. Daarna volgen dranken, vooral bier, pure alcohol en water en limonade (3,4 miljard euro), zuivel (3,1 miljard euro) en vers vlees (2,7 miljard euro).
Bij de import bestaat de top vijf uit zuivel (2,9 miljard euro), afgeleide producten (2,8 miljard euro), overige gewassen, zoals cacao, koffie en tabak (2,6 miljard euro), graanproducten (2,3 miljard euro) en dranken, vooral wijn, water en limonade (2,3 miljard euro).
Vlaanderen noteert een fors handelsoverschot bij graanproducten, vers vlees, cacaoproducten, aardappelbereidingen, bier, banketbakkerswerk en diepvriesgroenten. Een aanzienlijk handelstekort is er bij granen, oliën, koolzaad, wijn, koffie, vers fruit, vis en schaal- en weekdieren.
Nederland en Frankrijk zijn de voornaamste afzetmarkten voor Vlaamse agrarische producten. Onze noorder- en zuiderburen zijn telkens goed voor 8,1 miljard euro. Duitsland (6,1 miljard euro) en het Verenigd Koninkrijk (4,0 miljard euro) prijken op de derde en vierde plaats. In de top 10 staan nog vier EU-lidstaten: Spanje, Polen, Italië, en Luxemburg. De twee eerste niet-Europese landen zijn de Verenigde Staten en China. Naar de VS exporteren we vooral landbouwwerktuigen, bier, cacaoproducten en banketbakkerswerk, naar China vlas, bier en meststoffen.
Nederland exporteert naar Vlaanderen voor 10,9 miljard euro aan agrohandelsproducten en is daarmee veruit onze belangrijkste leverancier. Zuivelproducten zijn de voornaamste productgroep, gevolgd door oliën, cacaoproducten en veevoeders. Frankrijk (6,6 miljard euro) en Duitsland (4,0 miljard euro) staan op de tweede en derde plaats. Binnen de EU gelden Italië, Spanje en Polen ook als bevoorrechte leveranciers. In de top tien staat nog het Verenigd Koninkrijk , net als drie niet-Europese landen: Brazilië; de Verenigde Staten en Ivoorkust. Brazilië levert fruitsappen en koffie, de VS landbouwwerktuigen en noten en Ivoorkust cacao en rubbers.
De agrarische producten waren in 2021 volgens het nationale concept van de Nationale Bank van België goed voor 8,8% van de totale Vlaamse import en 11,1% van de totale export.
Het Vlaamse aandeel in de totale Belgische in- en uitvoer van agrarische producten bedraagt volgens het communautaire concept van de Nationale Bank van België respectievelijk 85,9% en 85,3%. Ten opzichte van de vorige jaren is het aandeel van de import en export voor Vlaanderen nagenoeg hetzelfde gebleven.
Vlaanderen is ook een vooraanstaande speler in de Europese agrohandel. Het aandeel van Vlaanderen in de EU bedraagt 6,5% bij de invoer van agrarische producten en 6,7% bij de uitvoer ervan.
Dit is een Vlaamse openbare statistiek: agrarische handel.