Dat de landbouwer geen ongevaarlijk beroep heeft, blijkt uit de cijfers: jaarlijks zijn er gemiddeld iets meer dan 375 arbeidsongevallen op de Vlaamse landbouwbedrijven. Het merendeel (80%) is zonder blijvende gevolgen. Om de paar jaar valt er jammer genoeg ook een dodelijk slachtoffer.

In 2022 zijn er 400 ongevallen geregistreerd. 148 daarvan waren zonder gevolg en in 182 gevallen was de werknemer tijdelijk arbeidsongeschikt. In 70 gevallen had het ongeval een blijvende onbeschikbaarheid tot gevolg. Het betreft hier enkel de ongevallen waarbij een vaste werknemer is betrokken. Ongevallen met de bedrijfsleider zelf of met een seizoensarbeider zijn niet opgenomen in de cijfers.

Voor de opdeling in oorzaak wordt de taxonomie van Fedris gebruikt. Over de hele periode 2015-2022 beschouwd, is in bijna een kwart van alle ongevallen het verlies van controle over een machine, vervoermiddel, gereedschap, voorwerp of dier de belangrijkste oorzaak. Uitglijden of struikelen en bewegingen doen zonder fysieke belastingen (zoals een 'verkeerde beweging') zijn beide goed voor respectievelijk 20% en 19% van alle ongevallen. 

Uit de brondata blijkt ook dat in 2022 in 11,5% van de ongevallen een machine of vervoermiddel is betrokken (oorzaken 41, 42 en 43) en dat in 9% van de gevallen een dier is betrokken (oorzaken 45 en 84). Over de volledige periode is dat respectievelijk 14% en 7%.

Ruim driekwart van alle ongevallen gebeurt op de onderneming zelf of op een vestiging ervan. 11% van de ongevallen vindt plaats op de openbare weg, waarvan het overgrote deel niet als een verkeersongeval wordt beschouwd. De resterende 11% van de ongevallen gebeurt op een andere plaats.

Over de volledige periode vindt bijna één derde (32%) van de ongevallen plaats in de provincie Antwerpen, bijna een kwart (23%) in de provincie West-Vlaanderen, een vijfde in Oost-Vlaanderen en 16% in Limburg. Vlaams-Brabant sluit de rij met 8% van de arbeidsongevallen.

De gegevens  zijn afkomstig van het Federaal Agentschap voor Beroepsrisicio’s (FEDRIS). FEDRIS baseert de cijfers van arbeidsongevallen in de privésector op door verzekeringsondernemingen gemelde cases. Deze gegevens bevatten echter enkel de arbeidsongevallen van de werknemers. 

De ongevallen van de bedrijfsleiders in de land- en tuinbouwsector maken in het geval van (al dan niet tijdelijke) ongeschiktheid deel uit van de statistieken van het RIZIV. Het RIZIV heeft echter geen informatie over de oorzaak van de ongeschiktheid, noch over de sector waarin de bedrijfsleider werkt, waardoor bovenstaande cijfers slechts een partieel beeld geven.