De prijs die u hier onderaan ziet, is de prijs uitgedrukt in euro/100 kg, excl. btw met volgende definities:
hele braadkuikens van klasse A: 65 %-kip zoals omschreven in GN 0207 11 90 van klasse A, vers, opgebonden en in bulk verkocht.
dijen: dijbeen, scheenbeen en kuitbeen met de daaraan gehechte spiermassa waarbij de twee sneden worden gemaakt in de gewrichten, vers en in bulk verkocht.
borstfilets: halve borstfilet zonder borstbeen en zonder ribben, vers en in bulk verkocht.
In 2022 bedroeg de productiewaarde van pluimvee 809 miljoen euro.
Potentieel voor Vlaamse meerwaardevleeskippen, met een blik op Nederland en Duitsland
Publicatie
Het rapport onderzoekt waar Vlaanderen staat met de productie van vleeskippen in het algemeen en van meerwaardevleeskippen in het bijzonder.
Prijzen van eieren
Indicator
Hier kan u de recentste marktprijzen van eieren terugvinden.
Veestapel
Indicator
Vlaanderen telt in 2022 1,25 miljoen runderen, 5,4 miljoen varkens en 45,5 miljoen stuks pluimvee. Het aantal zoogkoeien en varkens daalt tegenover 2012, terwijl het aantal melkkoeien en kippen stijgt.
Productiegegevens pluimvee
Indicator
Hier vindt u productiegegevens over de pluimveesector.
Het bedrijfsinkomenHet bedrijfsinkomen is wat overblijft voor de vergoeding van de inzet van de eigen (aangerekende) productiefactoren: grond, bedrijfskapitaal en arbeid. Meer info voor de gespecialiseerde legpluimveebedrijven schommelt in de periode 2016-2021 tussen de 128.700 euro en 322.700 euro per bedrijf en 77.100 euro en 200.100 euro per FAK.
Het bedrijfsinkomenHet bedrijfsinkomen is wat overblijft voor de vergoeding van de inzet van de eigen (aangerekende) productiefactoren: grond, bedrijfskapitaal en arbeid. Meer info voor de gespecialiseerde slachtpluimveebedrijven schommelt in de periode 2016-2021 tussen de 141.100 euro en 188.500 euro per bedrijf en 93.000 euro en 125.100 euro per familiale arbeidskrachtHet aantal familiale arbeidskrachten (FAK) is het aantal niet-betaalde (meestal familiale) regelmatige en niet-regelmatig tewerkgestelde personen die omgerekend worden tot voltijdse arbeidskrachten (zie ook definitie voltijdse arbeidskracht).Meer info.
Bedrijfstakresultaten pluimvee
Indicator
De opbrengsten, kosten en marges van een de bedrijfstakken in de pluimveesector, aangevuld met de belangrijkste technische en economische kengetallen.
Voor de gespecialiseerde slachtpluimveebedrijven schommelt het financieel inkomen in de periode 2016-2021 tussen de 152.000 euro en 187.600 euro per bedrijf en 106.200 euro en 123.600 euro per familiale arbeidskrachtHet aantal familiale arbeidskrachten (FAK) is het aantal niet-betaalde (meestal familiale) regelmatige en niet-regelmatig tewerkgestelde personen die omgerekend worden tot voltijdse arbeidskrachten (zie ook definitie voltijdse arbeidskracht).Meer info.
Voor de gespecialiseerde legpluimveebedrijven schommelt het financieel inkomen in de periode 2016-2021 tussen de 73.000 euro en 320.500 euro per bedrijf en 44.800 euro en 198.700 euro per familiale arbeidskrachtHet aantal familiale arbeidskrachten (FAK) is het aantal niet-betaalde (meestal familiale) regelmatige en niet-regelmatig tewerkgestelde personen die omgerekend worden tot voltijdse arbeidskrachten (zie ook definitie voltijdse arbeidskracht).Meer info.
Opbouw van de kosten: legpluimvee
Indicator
Binnen de legpluimveehouderij nemen in 2021 de nonfactorkostenDe nonfactorkosten bestaan uit de variabele kosten, de afschrijvingen (= aangerekende nonfactorkosten) en een aantal vaste betaalde nonfactorkosten (zoals administratiekosten, verzekeringen e.d.). Meer info met ruim 973.000 euro het grootste deel van de totale kosten in. De factorkostenFactorkosten zijn kosten die met de inzet van productiefactoren (grond, bedrijfskapitaal en arbeid) gepaard gaan. Deze kunnen zowel betaald (voor externe productiefactoren), als aangerekend zijn (voor de eigen, interne productiefactoren).Meer info liggen met 155.300 euro een stuk lager.
Opbouw van de kosten: slachtpluimvee
Indicator
Binnen de slachtpluimveehouderij nemen in 2021 de nonfactorkostenDe nonfactorkosten bestaan uit de variabele kosten, de afschrijvingen (= aangerekende nonfactorkosten) en een aantal vaste betaalde nonfactorkosten (zoals administratiekosten, verzekeringen e.d.). Meer info met ruim 1.494.700 euro het grootste deel van de totale kosten in. De factorkostenFactorkosten zijn kosten die met de inzet van productiefactoren (grond, bedrijfskapitaal en arbeid) gepaard gaan. Deze kunnen zowel betaald (voor externe productiefactoren), als aangerekend zijn (voor de eigen, interne productiefactoren).Meer info liggen met ruim 96.100 euro een stuk lager.
