Waterverbruik en ‑beschikbaarheid in landbouw en agrovoeding
De landbouw en de agrovoedingssector zijn samen goed voor 16% van het totale waterverbruik in Vlaanderen. Twee derde van hun gezamenlijke waterverbruik is grondwater. Perioden van extreme droogte en waterschaarste komen de laatste jaren meer voor door de klimaatverandering. De landbouwers gaan daarom meer en meer op zoek naar alternatieve waterbronnen.
De landbouw en de agrovoedingssector zijn samen goed voor 16% van het totale waterverbruik in Vlaanderen. Kwalitatief water is een zeer belangrijke productiefactor in beide sectoren.
De landbouw verbruikte volgens de Vlaamse Milieumaatschappij in 2016 69 miljoen m³ water en de agrovoedingssector 49 miljoen m³. Twee derde van hun gezamenlijke waterverbruik (76 miljoen m³) is grondwater. Binnen de landbouwsector vertegenwoordigt de gespecialiseerde veeteelt 39% van het waterverbruik. De gemiddelde veebezetting is t.o.v. 2010 toegenomen door de sterke groei van de pluimveestapel. De groenteteelt heeft een aandeel van 20%. Het areaal sterk waterbehoevende teelten (bv. aardappelen, wortelen, bonen, kolen, prei) is in de periode 2011-2017 met een kwart gestegen. De deelsectoren onder glas verbruiken minder leiding- en grondwater, omdat zij gemakkelijk regenwater kunnen opslaan en hergebruiken.
De waterbeschikbaarheid in Vlaanderen is laag door de grote bevolkingsdichtheid en de grote verscheidenheid aan activiteiten op een kleine oppervlakte. Er zijn ook geen heel grote rivieren die Vlaanderen binnenstromen. Perioden van extreme droogte en waterschaarste komen de laatste jaren meer voor door de klimaatverandering. De droogte in de lente en de zomer van 2018 is intussen erkend als landbouwramp voor alle Vlaamse gemeenten.
In de droge zomer van 2017 was de landbouw goed voor een 440-tal vergunningen en meldingen voor de captatie van oppervlaktewater. Het grootste gedeelte van dat oppervlaktewater is afkomstig van onbevaarbare waterlopen.
Er liepen in 2018 ca. 19.500 vergunningen voor grondwaterwinningen door landbouw- of landbouwaanverwante bedrijven. Het vergunde jaardebiet voor grondwaterwinningen voor deze bedrijven bedraagt ca. 75 miljoen m³, terwijl er 55 miljoen m³ grondwater verbruikt wordt in de landbouw. Het vergunde jaardebiet voor grondwater voor de agrovoedingssector bedraagt 31 miljoen m³, terwijl er 21 miljoen m³ wordt verbruikt.
De landbouwers gaan meer en meer op zoek naar alternatieve waterbronnen. De provincie West-Vlaanderen stelde in 2017 haar provinciale bufferbekkens open, goed voor een watervoorraad van 222.000 m³. Ook uit putten en vijvers werd water gecapteerd (minstens 107.000 m³) en er werd effluentwater uit de rioolwaterzuiveringsinstallaties gebruikt als beregeningswater (70.000 m³). In de nabije toekomst zal in West-Vlaanderen ook geëxperimenteerd worden met het inzetten van gezuiverd afvalwater uit de voedingsindustrie. Hierdoor zal 150.000 m³ water ter beschikking worden gesteld aan nabijgelegen landbouwers.