Onderstaande interactieve tabel is gebaseerd op de definitieve gegevens van de perceelsaangiften. Voor het recentste jaar is de laatste versie van de gegevens gebruikt, zie ook open geodata: landbouwgebruikspercelen.

Aan de rechterkant van elke tabel kan u de gewenste jaartallen selecteren. Daarnaast kan u het gewenste detailniveau zelf samenstellen. Hierbij kan u één of meerdere variabelen kiezen, waarbij de volgorde van aanklikken wordt gebruikt bij de opbouw van de tabel. Wenst u bijvoorbeeld per provincie het areaal per hoofdgroep te zien, dan klikt u eerst Provincie aan en daarna Groep1. De kolombreedtes kan je zelf aanpassen indien gewenst. Het eindresultaat kan u downloaden via de downloadknop onder de tabel. Bij een zeer grote tabel kan het even duren voor het bestand wordt gedownload.

Meer informatie over de variabelen is te vinden onder de tabellen.

Areaal

Bedrijven

Omdat bedrijven meerdere teelten hebben, kan een bedrijf afhankelijk van je gekozen detailniveau van de teelten meerdere keren meegeteld worden in de tabel. Daarom zijn deze aantallen niet optelbaar en is er dus geen eindtotaal te vinden onderaan de tabel.

  • Groep 1: onderverdeling op sectorniveau (akkerbouw, fruit, groenten, sierteelt, voedergewassen en overig aangegeven areaal)
  • Groep 2: voor de tuinbouw wordt hier een onderscheid gemaakt tussen de beschutte teelt en de openluchtteelten
  • Groep 3: hier wordt een onderverdeling gemaakt naar de grote gewasgroepen binnen de sector. Voor akkerbouw wordt opgesplitst tussen aardappelen, granen en nijverheidsgewassen. Voor fruit tussen een- en meerjarige teelten. Voor groenten wordt een onderscheid gemaakt op basis van de belangrijkste plantenfamilies (lookachtigen, cichorei-achtigen, koolachtigen, peulvruchten, etc.). Voor de sierteelt wordt onderscheid gemaakt tussen de belangrijkste teeltgroepen zoals boomkweek, snijbloemen, bollen, sierplanten, perkplanten, potplanten. Voor de voedergewassen wordt onderscheid gemaakt tussen  grasland, silomaïs, vlinderbloemigen, voederbieten, overige voederteelten en zaad- en plantgoed. Voor het overig aangegeven areaal wordt onderscheid gemaakt tussen agrarische bebouwing, braakland, ecologische infrastructuur, houtachtige gewassen, groenbedekkers (in hoofdteelt), mengsels t.b.v. biodiversiteit, ander teelten, niet-landbouwgrond, onbekende teelt en permacultuur.
  • Groep 4: hier wordt een verdere onderverdeling gemaakt richting teelt. Bij de akkerbouw wordt binnen de granen bv. onderscheid gemaakt tussen zomer-, winter- en pseudogranen. Binnen het meerjarig fruit wordt onderscheid gemaakt tussen appel, peer, kers, noten, wijnstokken, kleinfruit en ander fruit. Binnen de groenten zitten we hier op teeltniveau. Binnen het grasland wordt op dit niveau onderscheid gemaakt tussen blijvend en tijdelijk grasland. Bij het overig aangegeven areaal wordt binnen de groenbedekkers onderscheid gemaakt tussen bladrijke, grasachtige, vlinderbloemige en andere groenbedekkers.
  • Groep 5: hier zitten we min of meer op het niveau van de teeltcode van de verzamelaanvraag . Dit wil zeggen dat er voor groenten op dit niveau onderscheid gemaakt wordt tussen versmarkt en industrie. 

Disclaimer

  • De tabel geeft een overzicht weer van wat aangegeven werd door de landbouwer. 
  • Omwille van de vele vragen die we krijgen wordt een onderscheid weergegeven tussen blijvend en tijdelijk grasland. Tot 2015 gaf de landbouwer zelf het onderscheid aan tussen blijvend en tijdelijk grasland op basis van een verschillende teeltcode (61 en 62), vanaf 2015 berekent de administratie zelf of een grasland een blijvend of tijdelijk grasland is door te vergelijken met de aangiftes van de vorige jaren.  We willen er op wijzen dat op basis van deze statistiek geen uitspraken gedaan kunnen worden m.b.t. de randvoorwaardeverplichting rond blijvend grasland. De randvoorwaardeverplichting is enkel van toepassing op landbouwers die ook GLB-steun krijgen, terwijl de statistiek gebaseerd is op iedereen die aangifteplichtig is. 
  • Omdat Vlaanderen ook de beheerdienst is voor Brussel (Brusselse percelen moeten in de Vlaamse verzamelaangifte worden aangegeven) en omwille van de techniek voor de bepaling van de gemeente waarbinnen het perceel ligt (centroide van de omhullende rechthoek), is er een beperkt areaal dat GIS-matig niet in Vlaanderen ligt en waar gewest, provincie en gemeente dus op “empty” staan.