Het Visserijrapport (VIRA) is aan zijn vijfde editie toe als apart boek. Het VIRA biedt een beknopte synthese over de Vlaamse visserij- en aquacultuursector, gekaderd in het bredere Europese plaatje. Het belang van de sector voor de voedselconsumptie én enkele innovaties in de sector krijgen extra aandacht. Het rapport is bestemd voor al wie visserij en visserijbeleid op de voet volgt, maar is ook toegankelijk voor iedereen die geïnteresseerd is in de sector.

De Belgische visserij wordt getypeerd door de gemengde visserij, meer bepaald de platvisvisserij. In de top 5 van aangevoerde vissoorten staan voor 2022 tong, schol, inktvis, rog en garnalen. Bij schol is er een sterk dalende trend zichtbaar sinds 2016, tegenover een verdubbeling van de aanvoer van inktvis en garnaal.

De totale aanvoer van vis is in 2022 gestegen met 1,5% ten opzichte van 2021 tot 16.932 ton. Van deze aanvoer gaat 79% naar de binnenlandse havens, 21% naar de buitenlandse havens, waarvan de Nederlandse de belangrijkste blijven.

De belangrijkste visgrond voor de Belgische vloot in 2022 is het Oostelijk Kanaal, met een aandeel van 28% van de aanvoer in binnen- en buitenlandse havens, gevolgd door de Centrale Noordzee met 18%, Zuidoost-Ierland met 15%, de Zuidelijke Noordzee met 13%, de Ierse Zee en het Bristol-Kanaal, beide met 8%, en het Westelijk Kanaal met 7%.

De visserijsector heeft de laatste jaren acties ondernomen om haar inspanningen inzake verduurzaming sterker in de kijker te zetten en de consument hierover te informeren, met name door de ontwikkeling van de ‘Visserij Verduurzaamt-erkenning’. Deze erkenning is gebaseerd op een objectieve en wetenschappelijk onderbouwde tool die de verduurzaming van de visserijactiviteiten kan meten en zichtbaar maken. Sinds juni 2018 is de erkenning zichtbaar op de veilklok van Belgische veilingen en sinds kort vinden we dit ook terug bij de verkoop van vissen in afzetkanalen voor de eindconsument.

De Belgische visserijsector werd de afgelopen jaren al geconfronteerd met verschillende crisissen, zoals de Brexit en de coronapandemie. De storm is echter nog niet gaan liggen. Als gevolg van de Brexit zal vanaf 2026 elk jaar opnieuw met het Verenigd Koninkrijk onderhandeld moeten worden over de vangstquota. De vaak tegengestelde belangen aan de onderhandelingstafel zullen ongetwijfeld voor harde onderhandelingen zorgen.

Verder merken de Belgische vissers nu al de gevolgen van de klimaatverandering. Daarnaast is er ook de snelle expansie van de blauwe economie (energieproductie, windmolenparken) en de versterkte vernieuwing van de Mariene Ruimtelijke Planning. Hierdoor komt er voor de visserij steeds minder ruimte beschikbaar waar het economisch en ecologisch gunstig is om te vissen.

De Belgische aquacultuursector is klein maar divers. De in Vlaanderen geproduceerde soorten zijn zoetwaterkabeljauw, forel, snoekbaars, gamba’s, kaviaar, oesters en mosselen. De totale tewerkstelling in België in de aquacultuursector wordt op 140 personen geschat in 2022.

Het Visserijrapport is ook beschikbaar in het Engels en Frans:

Lees ook de vorige rapporten: