Rentabiliteit van de Belgische vissersvloot
Kruimelpad
De bedrijfsresultaten van de Vlaamse visserijvloot kennen in 2023 een gemengde evolutie ten opzichte van 2022: Het brutobedrijfsresultaat stijgt voor het groot vlootsegment, maar daalt voor het klein vlootsegment. Zowel de bedrijfskosten als de totale inkomsten kennen een daling. Dat blijkt uit een analyse van 56 boekhoudingen van commerciële vaartuigen.
Het gemiddelde brutobedrijfsresultaat bedraagt in 2023 319.506 euro voor het grote vlootsegment en 48.164 euro voor het kleine vlootsegment. Tegenover 2022 is dat een toename voor het groot vlootsegment (+18%) en een daling voor het klein vlootsegment (-52%). De daling van de inkomsten wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de daling van de bedrijfskosten .
De nettowinst voor belasting, die ook rekening houdt met afschrijvingen, financiële kosten en subsidies, klokt af op 334.462 euro voor het grote vlootsegment, een sterke toename tegenover 2021, toen het amper 3.995 euro bedroeg. Bij het kleine vlootsegment is er daarentegen een afname met 43% tot 22.460 euro.
Tussen de vaartuigtypes zijn er significante verschillen. De gemiddelde opbrengst of besomming per vaartdag is voor de kustvissers het laagst en bedraagt in 2023 2.280 euro. Ze waren 145 dagen per jaar actief. De eurokotters werden gemiddeld 189 vaartdagen ingezet met een besomming van gemiddeld 5.015 euro per vaartdag. Bij het klein vlootsegment kende de opbrengst per vaartdag een daling van 17% en het aantal vaartdagen een daling van 9%. De grote boomkorvaartuigen noteren de hoogste cijfers: een gemiddelde besomming per vaartdag van 9.276 euro en 267 vaartdagen. Tegenover 2022 is de opbrengst per vaartdag bij het groot vlootsegment gedaald met 6%, terwijl het aantal vaartdagen er gemiddeld met 4% op is vooruitgegaan.
Het gemiddelde brutobedrijfsresultaat per vaartdag kent een grillig verloop. In vergelijking met 2022 is het resultaat bij het grote vlootsegment met 18% gestegen terwijl het bij het kleine vlootsegment met bijna 26% is gedaald.
De belangrijkste kosten in de visserij bestaan uit lonen, brandstof en onderhoud en herstel. Lonen zijn in 2023 goed voor 34% van de totale kosten bij het grote vlootsegment en 35% bij het kleine vlootsegment. Bij de brandstofkosten gaat het respectievelijk om 30% en 28%. Bij de onderhouds- en herstelkosten is dat respectievelijk 10% en 11%.
De gemiddelde gasolieprijzen daalden met bijna 20% in 2023 en bereikten daarmee een historisch hoog niveau. In 2023 betaalde een reder gemiddeld 0,78 euro per liter. In 2022 bereikte de gemiddelde gasolieprijs een recordhoogte van 0,97, terwijl dit in het coronajaar 2020 slechts 0,38 per liter was.
De gemiddelde brandstofkosten per vaartdag bedragen in 2023 2.487 euro voor het grote vlootsegment en 1.022 euro voor het kleine vlootsegment.