Activiteit van de vissersvloot
Kruimelpad
Het Oostelijke Kanaal is in 2022 de belangrijkste visgrond voor de Belgische visserij met een aandeel van 28% van de aanvoer in binnen- en buitenlandse havens. Daarna volgen de Centrale Noordzee, Zuidoost-Ierland en de Zuidelijke Noordzee.
Met een kustlijn van 67 km beslaat het Belgisch deel van de Noordzee ongeveer 3.454 km², een half procent van de oppervlakte van de Noordzee. 1.430 km² behoort tot de territoriale zee (de twaalfmijlszone). De afbakeningen van de territoriale zee en de Exclusief Economische Zone (waarvan de grenzen samenvallen met het Belgisch Continentaal Plat) zijn met de buurlanden vastgelegd bij onderling verdrag en bevestigd door Belgische wetten. In het Belgische deel van de Noordzee vissen Belgische vaartuigen, maar ook vaartuigen uit Nederland.
De Belgische vissersvloot is erg actief in heel wat EU-wateren, zoals de Noordzee, de westelijke wateren en de Golf van Biskaje. De vloot heeft toegang tot de kustwateren van Nederland en in bepaalde stroken met historische rechten in de zone van zes tot twaalf mijl van het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Denemarken en Frankrijk.
Het Oostelijke Kanaal (7.d) is in 2022 de belangrijkste visgrond voor de Belgische visserij met een aandeel van 28% van de aanvoer in binnen- en buitenlandse havens. Daarna volgen de Centrale Noordzee (4.b) (18%), Zuidoost-Ierland (7.g) (15%), de Zuidelijke Noordzee (4.c) (13%), de Ierse Zee (7.a) (8%), het Bristol-Kanaal (7.f) (8%) en het Westelijke Kanaal (7.e) (7%). In de andere gebieden werd er in totaal minder dan 1.000 ton opgevist.
Activiteit van de Belgische visserijvloot in de ICES-gebieden, 2020-2022
Bron: ILVO op basis van Agentschap Landbouw en Zeevisserij