Consumptie van visproducten
Kruimelpad
De Vlaming consumeert thuis gemiddeld 7,3 kg visproducten. Aan het thuisverbruik van visproducten besteedt de Vlaming in 2023 gemiddeld 118,50 euro. Tegenover 2022 is de thuisconsumptie in volume er opnieuw op achteruitgegaan, in prijs is er wel een stijging tegenover 2022.
Op basis van een panel van 5.000 huishoudens berekent het marktonderzoeksinstituut GfK Belgium in opdracht van VLAM het thuisverbruik van de Vlaming (VLAM, 2024). De Vlaming consumeert thuis gemiddeld 7,3 kg visproducten, waarvan 3,4 kg verse vis en week- en schaaldieren, 0,5 kg gerookte vis en 1,1 kg diepgevroren vis en week- en schaaldieren. De rest komt in 2023 op rekening van vis in glas of blik (0,8 kg), visbereidingen (0,8 kg) en kant-en-klaargerechten met vis (0,7 kg). Tegenover 2022 is het thuisverbruik met 2% gedaald. Op diepvriesproducten na verliezen alle categorieën terrein. Tegenover het coronajaar 2020, toen het thuisverbruik van vis boomde door de lockdownmaatregelen, is de consumptie zelfs met 17% gekrompen.
Aan het thuisverbruik van visproducten besteedt de Vlaming in 2023 gemiddeld 118,5 euro. Verse vis en week- en schaaldieren nemen daarvan 51 euro in. Andere belangrijke categorieën: diepgevroren visproducten (18 euro), gerookte vis (15 euro), bereidingen (13,50 euro), kant-en-klaargerechten met vis (12 euro) en vis in glas of blik (8 euro). Bij de verse producten consumeert de Vlaming in volume meer week- en schaaldieren (1,9 kg) dan vis (1,3 kg), maar hij besteedt meer geld aan vis (32 euro) dan aan week- en schaaldieren (20 euro). Tegenover 2022 zijn de bestedingen met 6% toegenomen. In vergelijking met 2020 is er nog altijd een daling met 3%.
De laatste jaren is het thuisverbruik van visproducten afgenomen. Het volume per capita slinkt met 10% tegenover 2017. Bij verse producten ligt dat percentage zelfs hoger: -14% bij vis en -16% bij zeevruchten. Bereidingen en kant-en-klaarmaaltijden noteren wel een stijging, wat te maken heeft met de gemakstrend. Wellicht spelen de gestegen visprijzen een rol bij de vermindering van de totale visconsumptie. De bestedingen stijgen in dezelfde periode met 14%.
Zalm en kabeljauw zijn in 2023 samen goed voor de helft van de consumptie van verse vis. Zalm tekent voor 34% van het geconsumeerde volume aan verse vis, kabeljauw voor 18%. Op ruime afstand volgen onder meer tong (3%) en schol (2%). De categorie van de verse schaal- en weekdieren wordt gedomineerd door mosselen, met een aandeel van 72%, en grijze garnalen, met 10%. Per capita eet een Vlaming gemiddeld 1,4 kg mosselen, 500 gram zalm, 250 gram kabeljauw en 200 gram grijze garnalen.
Ook op basis van het aantal kopende gezinnen (penetratie) steken zalm (49%) mosselen en gepelde grijze garnaal (elk 47%) en kabeljauw (36%) erboven uit. Tong en schol stranden respectievelijk op 7,5% en 6%.
Het buitenshuisverbruik van vis is heel aanzienlijk. 52% van de keren dat we in 2022 vis of zeevruchten aten, was dit op restaurant, op het werk of op school, bij familie en vrienden, of op een andere plaats. Kabeljauw, mosselen en garnaalkroketten zijn typische restaurantproducten.
Uit een Europese vergelijking blijkt dat België in 2021 net onder het EU-gemiddelde zit bij het totale verbruik van vis en zeevruchten in kilogram per hoofd van de bevolking. Portugal voert de ranglijst aan, voor Spanje, Frankrijk, Luxemburg en Italië. Qua bestedingen per hoofd van de bevolking (thuis en buitenshuis) staat België in 2022 op de zevende plaats, na Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Portugal en Polen (EUMOFA, 2023).