De Vlaming consumeert thuis gemiddeld 8,5 kg visproducten. Aan het thuisverbruik van visproducten besteedt de Vlaming in 2022 gemiddeld 123 euro. Na de sterke stijging in 2020 door de lockdownmaatregelen ten gevolge van covid-19 (bv. verplichte thuiswerk, beperking van verplaatsingen en contacten, sluiting van restaurants), gaat de thuisconsumptie er voor het tweede jaar op rij op achteruit.

Op basis van een panel van 5.000 huishoudens berekent het marktonderzoeksinstituut GfK Belgium in opdracht van VLAM het thuisverbruik van de Vlaming (VLAM, 2023). De Vlaming consumeert thuis gemiddeld 8,5 kg visproducten, waarvan 3,4 kg verse vis en week- en schaaldieren, 0,6 kg gerookte vis en 1,0 kg diepgevroren vis en week- en schaaldieren. De rest komt in 2022 op rekening van vissalades (0,8 kg), visconserven (0,8 kg), vis in bokaal (0,2 kg) en bereidingen op basis van vis en week- en schaaldieren (1,6 kg). Tegenover 2021 is het thuisverbruik met 10% gedaald. Alle categorieën verliezen terrein. Tegenover het coronajaar 2020 is de consumptie zelfs met 16% gekrompen.

Aan het thuisverbruik van visproducten besteedt de Vlaming in 2022 gemiddeld 123 euro. Verse vis en week- en schaaldieren nemen daarvan 51 euro in. Andere belangrijke categorieën: bereidingen (20 euro), diepgevroren visproducten (15 euro), gerookte vis (14 euro), vissalades (12 euro), visconserven (8 euro) en vis in bokaal (2 euro). Bij de verse producten consumeert de Vlaming in volume meer week- en schaaldieren (2,0 kg) dan vis (1,5 kg), maar hij besteedt meer geld aan vis (30 euro) dan aan week- en schaaldieren (20 euro). Tegenover 2021 zijn de bestedingen met 5% afgenomen. Door de stijgende prijzen is de daling minder groot dan bij de consumptie. In vergelijking met 2020 is de daling aanzienlijk (-9%).

Op langere termijn is het thuisverbruik van visproducten afgenomen. Het volume per capita slinkt met 18% tegenover 2014. De daling laat zich het sterkst voelen bij diepvries, conserven en bokaal. Bereidingen en vissalades hebben het best standgehouden, wat te maken heeft met de gemakstrend. Mogelijk spelen de gestegen visprijzen een rol bij de vermindering van de totale visconsumptie. De bestedingen stijgen in dezelfde periode met 4%.

Zalm en kabeljauw zijn in 2022 samen goed voor de helft van de consumptie van verse vis. Zalm tekent voor 30% van het geconsumeerde volume aan verse vis, kabeljauw voor 21%. Daarna volgen jonge haring / maatjes (6%), pangasius (4%), tong, schelvis en roodbaars (elk rond de 3%). De categorie van de schaal- en weekdieren wordt gedomineerd door mosselen, met een aandeel van 69,5%, en grijze garnalen, met 11,5%. Surimi staat op de derde plaats met een aandeel van 9%. Bij diepvriesvis nemen zalm (28%) en kabeljauw (24%) eveneens het grootste aandeel in, voor pangasius (15%) en koolvis (11%). Bij schaal- en weekdieren in diepvries zijn scampi's (68%) het populairst, voor inktvis (8%).  

Op basis van het aantal kopende gezinnen (penetratie) is gepelde grijze garnaal in 2022 het populairste verse visserijproduct. 50% van de gezinnen koopt garnalen. Daarna volgen zalm met 47%, mosselen met 45%, kabeljauw met 37%, surimi met 26%, jonge haring met 22% en scampi’s met 21%. Tong en schol stranden respectievelijk op 8% en 7%. 

Het buitenshuisverbruik van vis is heel aanzienlijk. 48% van de keren dat we in 2022 vis of zeevruchten aten, was dit op restaurant, op het werk of op school, bij familie en vrienden, of op een andere plaats. Kabeljauw, mosselen en garnaalkroketten zijn typische restaurantproducten.

Uit een Europese vergelijking blijkt dat België in 2020 boven het EU-gemiddelde zit bij het totale verbruik van vis en zeevruchten in kilogram per hoofd van de bevolking. Portugal voert de ranglijst aan, voor Spanje, Denemarken, Frankrijk, Luxemburg en Italië. Qua bestedingen per hoofd van de bevolking moet België enkel Portugal, Spanje, Luxemburg en Italië laten voorafgaan (EUMOFA, 2022).