Veldproeven voor de Belgische rassenlijst — kuilmaïs
Kruimelpad
Om de geschiktheid van een nieuw maïsras voor de Belgische landbouw na te gaan wordt het ras getest op diens cultuur- en gebruikswaarde door middel van wetenschappelijke veldproeven. Hier kan je de relatieve resultaten van deze proeven terugvinden.
De Belgische rassenlijsten van landbouw- of groentegewassen, ook wel de nationale rassenlijsten, zijn lijsten die alle landbouw- en groenterassen bevatten waarvoor een aanvraag werd ingediend en goedgekeurd bij één van de Gewesten om verhandeld en vermeerderd te mogen worden in de EU. De Belgische rassenlijsten vormen samen met de rassenlijsten van alle andere Europese lidstaten de Gemeenschappelijke rassenlijsten, ook wel de EU-rassenlijst genoemd. Alle rassen die u op de EU-rassenlijst vindt, mogen dus verhandeld en vermeerderd worden in de EU!
Een maïsras kan goedgekeurd worden voor toelating tot de Belgische rassenlijst van landbouwgewassen als het ras geschikt wordt bevonden voor de Belgische landbouw én, als het ras verschillend is van elk ander in de Unie gekend ras.
Om de geschiktheid van een nieuw kuilmaïsras voor de Belgische landbouw na te gaan wordt het ras door het Vlaamse en Waalse Gewest getest op diens ‘cultuur- en gebruikswaarde’ (CGW) door middel van wetenschappelijke veldproeven. De volledige proefcyclus neemt drie jaar in beslag tenzij de resultaten al zeer goed zijn na het tweede proefjaar. Bij de evaluatie van de bekomen resultaten wordt rekening gehouden met allerlei aspecten die van belang zijn voor de Belgische boer. Ook de vroegheidsgroep wordt in rekening gebracht. De resultaten voor vroege kuilmaïs werden opgedeeld in twee categorieën: groei, en opbrengst. De resultaten binnen de categorieën werden op een radardiagram gezet. Aan de uiteinden van elk radardiagram vindt u de kenmerken die getest worden. Het ras moet het qua droge stofopbrengst en verteerbaarheid (in het geheel) beter doen dan de beste rassen die al toegelaten zijn (de Standaard), of de andere kenmerken moeten uitzonderlijk zijn om een goedkeuring tot toelating tot de rassenlijst te krijgen.
De waarden van de kenmerken voor de rassen worden relatief uitgedrukt ten opzichte van de waarde van de Standaard van het geselecteerde jaar van goedkeuring. Hierbij wordt de waarde van de Standaard gelijkgesteld aan 0 en drukt de waarde bij de rassen uit hoeveel procent hoger (bij positieve waarde) of lager (bij negatieve waarde) dit kenmerk scoort voor het respectievelijke ras in vergelijking met de waarde van de Standaard. Door je muis boven een datapunt in de grafiek te plaatsen krijg je de bijhorende waarde te zien.
In het geval dat de rassen voor elk kenmerk hoger scoren dan de Standaard, zal er in de figuur geen negatieve waarde te zien zijn, waardoor de Standaard weergegeven wordt als een centraal punt (waarde 0).