De vijfde editie van het Landbouwrapport staat in het teken van het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie dat in 2015 in werking treedt. Het rapport schetst ook de internationale economische en politieke ontwikkelingen, beschrijft de Vlaamse land- en tuinbouw op basis van concrete cijfers, met specifieke aandacht voor structurele, economische en milieu-indicatoren, en brengt het agrobusinesscomplex en de volledige keten in beeld. Omdat er achter de cijfers land- en tuinbouwers van vlees en bloed schuilgaan, is er ook aandacht voor het verhaal van negen bedrijfsleiders.

De vijfde editie van het Landbouwrapport staat in het teken van het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid van de Europese Unie. Op 1 januari 2015 treedt namelijk het hervormde GLB in werking. Het wetgevend kader waarbinnen de Vlaamse landbouw opereert, wordt grotendeels bepaald door het GLB, maar Vlaanderen legt ook eigen accenten door de principes in eigen beleidsmaatregelen te vertalen.

Internationale economische en politieke ontwikkelingen hebben een grote impact op de Vlaamse land- en tuinbouw. Daarom schetsen we in het beginhoofdstuk van het LARA 2014 de voornaamste tendensen. De vakgroep Landbouweconomie van de Universiteit Gent leverde de tekst aan op basis van een uitvoeriger achtergronddocument, dat afzonderlijk verschijnt.

Zoals steeds biedt het LARA een algemene beschrijving van de land- en tuinbouw op basis van de laatst beschikbare cijfers, met specifieke aandacht voor structurele, economische en milieu-indicatoren. Omdat landbouw een schakel vormt in een hele keten van sectoren, brengen we ook het agrobusinesscomplex en de volledige keten in beeld.

We hebben ditmaal geopteerd voor een beknopter Landbouwrapport. Daarom hebben we de beschrijvingen van de (sub)sectoren (akkerbouw, tuinbouw, veeteelt en de verdere opdelingen) niet opgenomen in het rapport. Ze zullen later als indicatorensets een plaats krijgen op de website www.vlaanderen.be/landbouw.

Het Landbouwrapport bevat talrijke tabellen en figuren, maar achter die cijfers gaan mensen schuil. Daarom zetten we in het rapport negen Vlaamse land- en tuinbouwers uit het Landbouwmonitoringsnetwerk in de kijker en vertellen we hun verhaal. Hoe zijn ze in de landbouw terechtgekomen? Welke opleiding hebben ze genoten? Waarin zijn ze gespecialiseerd? Wat zijn voor hen de positieve en negatieve aspecten van hun beroep? Op welke professionele verwezenlijkingen zijn ze het meest trots? Hoe zien ze de toekomst van hun bedrijf? Het zijn boeiende getuigenissen van ondernemers die in tijden van crisis strategieën ontwikkelen om het voortbestaan van hun bedrijf te verzekeren.