Ex post evaluatie Vlaams programma voor plattelandsontwikkeling 2007 – 2013
Het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling 2007-2013 (PDPO II) liep eind 2015 af. Het had als doel de economische leefbaarheid van de Vlaamse landbouw te verbeteren en de leefbaarheid van het platteland te verhogen. De ex post evaluatie van PDPOII focust op zes impactgebieden: milieu, klimaat, biodiversiteit, economie, innovatie en leefkwaliteit.
Het Vlaamse programma voor plattelandsontwikkeling PDPO II liep eind 2015 af. Externe evaluatoren beoordeelden de impact van PDPO II op vijf impactgebieden in een ex post evaluatie.
Milieu en klimaat
PDPO II heeft een positieve invloed gehad op de milieu- en klimaatprestaties van de Vlaamse landbouw. Dankzij de agromilieuverbintenissen verminderden de stikstofresidu’s en de dierlijke stikstofinput. Ook het gewasbeschermingsmiddelengebruik daalde en het bodemverlies werd gereduceerd. De VLIF-investeringssteun heeft geleid tot een reductie van het water- en energiegebruik, de ammoniak- en broeikasgasemissies en de geurhinder. Voornamelijk in de glastuinbouwsector werd er bovendien geïnvesteerd in de productie en het gebruik van hernieuwbare energie.
Economie
Vooral de steun voor diversificatie-investeringen bleek een positieve impact te hebben op de bedrijfsresultaten.. Ook steun voor structurele investeringen had een positief bedrijfseconomisch effect, zij het vooral bij investeringen in machines en installaties. De impact van vestigingssteun voor jonge landbouwers kon echter niet vastgesteld worden. De investeringssteun onder PDPO II heeft indirect ook geleid tot het behoud van tewerkstelling en toegevoegde waarde in aanverwante sectoren als de bouwsector en de machinebouw.
Innovatie
Investeringssteun voor innovatieve technieken en producten op land- en tuinbouwbedrijven, was zeer belangrijk in PDPO II. Een derde van de totale overheidssteun ging naar innovatieve investeringen. Opleidingen, demoprojecten en bedrijfsadvies vormden een belangrijke ondersteuning voor landbouwers om op de hoogte te blijven van de hoge kwaliteitsnormen, milieuvereisten en beleidswijzigingen en om bewustere keuzes te kunnen maken in de bedrijfsvoering.
Biodiversiteit
De impact van PDPO II op biodiversiteit werd onderzocht aan de hand van twee indicatoren: het voorkomen van akker- en weidevogels, en de oppervlakte landbouwgrond met hoge natuurwaarde. Voor de akker- en weidevogels werd geen wijziging in voorkomen vastgesteld sinds de vorige programmaperiode (PDPO I). De onderzochte agromilieumaatregelen bleken vooral effect te hebben op de aantallen vogels wanneer de oppervlakte van de verbintenissen groot genoeg was.
Leefkwaliteit
Zowel As 3 als LEADER bleken in de eerste plaats een groot effect te hebben op de gemeenschapsvoorzieningen op het platteland. LEADER zorgde ook voor een institutionalisering van lokale netwerken, wat een positieve invloed had op het bestuur van de streek.