Het rapport geeft cijfermateriaal over de verkoop- en pachtprijzen van landbouwgronden in Vlaanderen en Nederland en brengt elementen aan voor de onderlinge vergelijking van onteigeningsvergoedingen en flankerende maatregelen. Die informatie moet bijdragen tot de objectivering van het debat in het kader van de werkzaamheden in de aanloop naar het Decreet ‘Landinrichting’.

Dit rapport wil cijfermateriaal aanleveren over de verkoop- en pachtprijzen van landbouwgronden in Vlaanderen en Nederland en brengt elementen aan voor de onderlinge vergelijking van onteigeningsvergoedingen en flankerende maatregelen. Deze informatie op hoofdlijnen moet bijdragen tot de objectivering van het debat in het kader van de werkzaamheden in de aanloop naar het Decreet ‘Landinrichting’.

Er is aandacht besteed aan de waardebepalende factoren voor landbouwgrond en aan de basisprincipes voor de bepaling van een onteigeningsvergoeding. Het cijfermateriaal zelf focust niet alleen op de actuele waarde van de verkoopprijzen en pachtprijzen van landbouwgronden, maar ook op de evolutie ervan. Er is dieper ingegaan op verschillen tussen teeltgronden en weiland en op regionale verschillen op het vlak van verkoopprijzen aan de Nederlandse zijde van de grens. Er zijn ook indicatoren uitgewerkt. Voor de evaluatie op hoofdlijnen van verschillen in onteigeningsvergoeding tussen Vlaanderen en Nederland is gebruik gemaakt van een praktijkvoorbeeld. Verder wordt een inkijk verstrekt in het voor flankerende maatregelen in aanmerking komende instrumentarium.

Onteigeningsvergoedingen en flankerende maatregelen vertellen echter niet het hele verhaal van het bedrag dat een eigenaar of pachter uiteindelijk netto overhoudt na een onteigeningsprocedure. Van belang zijn tevens de al (in Vlaanderen) of niet (in Nederland) strikte scheiding van de vergoedingen voor eigenaar en pachter en de impact van de fiscaliteit.