De veeteelt wordt vanuit verschillende kanten onder vuur genomen. Om redenen van gezondheid, dierenwelzijn, globalisering, milieuhygiëne en impact op derdewereldlanden en de globale voedselvoorziening wordt gesteld dat de huidige manier waarop dierlijke eiwitten geproduceerd worden niet duurzaam is. Het rapport bevat een overzicht van een aantal alternatieve eiwitbronnen voor menselijke consumptie. Er wordt bekeken wat onder ‘Novel Protein Foods’ wordt verstaan en welke ontwikkelingen en toepassingen hier mogelijk zijn. Ook de productie van ‘kweekvlees’ of in vitro vlees wordt door sommigen als een mogelijk alternatief naar voren geschoven. Insecten vormen in grote delen van de wereld een integraal onderdeel van het dieet. Sommigen zien insecten dan ook als een mogelijk alternatieve eiwitbron in een westers dieet. Ten slotte worden enkele ontwikkelingen toegelicht met betrekking tot de mogelijke toepassingen van algen of wieren.

De veeteelt wordt vanuit verschillende kanten onder vuur genomen. Om redenen van gezondheid, dierenwelzijn, globalisering, milieuhygiëne en impact op derdewereldlanden en de globale voedselvoorziening wordt gesteld dat de huidige manier waarop dierlijke eiwitten geproduceerd worden niet duurzaam is. Enerzijds kan geprobeerd worden om deze negatieve gevolgen te milderen en bijvoorbeeld de bijdrage van veeteelt aan de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen en milieuhygiënische problemen aan te pakken.

Anderen gooien het over een totaal andere boeg en zoeken naar oplossingen die de klassieke paden van dierlijke eiwitproductie verlaten. In dit rapport geven we een overzicht van een aantal van deze ontwikkelingen. We bekijken wat onder ‘Novel Protein Foods’ (NPF’s) wordt verstaan en welke ontwikkelingen en toepassingen hier mogelijk zijn. Ook de productie van ‘kweekvlees’ of in vitro vlees wordt door sommigen als een mogelijk alternatief naar voren geschoven. Insecten vormen in grote delen van de wereld een integraal onderdeel van het dieet. Sommigen zien insecten dan ook als een mogelijk alternatieve eiwitbron in een Westers dieet. Ten slotte lichten we enkele ontwikkelingen toe met betrekking tot de mogelijke toepassingen van algen of wieren.¨

Sommige van deze producten zijn al gecommercialiseerd en hebben een behoorlijk aandeel op de markt verworven (bv. tofu, quorn en ‘sojamelk’). Andere, zoals kweekvlees, zitten nu nog volop in de onderzoeksfase en zijn (voorlopig) nog toekomstmuziek. De succesvolle introductie of ontwikkeling van deze alternatieve producten hangt van heel veel zaken af. De wisselwerking tussen producent en consument is hier doorslaggevend.

De ontwikkeling en toepassing van nieuwe eiwitbronnen van menselijke consumptie kan enerzijds als een bedreiging, maar anderzijds ook als een kans voor de Vlaamse landbouw gezien worden. Op onderzoeksvlak staat Nederland al redelijk ver. Verschillende onderzoeksgroepen zijn actief in dit domein. In Vlaanderen zijn geen onderzoeksinitiatieven bekend die uitgebreid op deze materie focussen.