Impact van PDPO II maatregelen op de biodiversiteit
Het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling heeft betrekking op de periode 2007-2013 (PDPO II). Dit programma kadert in het Europees plattelandsontwikkelingsbeleid, dat ook wel de tweede pijler van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) genoemd wordt. Met de mid term evaluatie dient een oordeel te worden gegeven over de kwaliteit, de doeltreffendheid en doelmatigheid van de uitvoering van het PDPO II. Dat moet gebeuren aan de hand van het Gemeenschappelijk Toezicht- en Evaluatiekader (GTEK). Basisinstrumenten voor de monitoring en evaluatie zijn indicatoren. De doelstelling van deze opdracht is het vaststellen van de impactindicator voor biodiversiteit in het kader van de mid term evaluatie van 2010.
Vlaanderen heeft geen traditie om de ecologische impact van de agromilieumaatregelen op te volgen. Nochtans is er een grote vraag naar wetenschappelijke kennis en gegevens over de ecologische effectiviteit van het ingezette instrumentarium. Dit is de eerste studie die op systematische wijze en gebiedsdekkend voor Vlaanderen zoekt naar verbanden tussen een biodiversiteitscomponent (broedvogels van landbouwlandschappen) en de inzet van agromilieumaatregelen uit het programma voor plattelandsontwikkeling 2007-2013 (PDPO II).
Er werd een indicatorenset ontwikkeld waarmee op Vlaams niveau de impact van agromilieumaatregelen op de biodiversiteitscomponent ‘landbouwvogels’ opgevolgd kan worden. Die indicator maakt gebruik van de resultaten van het meetnet ‘Algemene Broedvogels Vlaanderen’ (ABV) en van teelt- en gebruiksinformatie over landbouwpercelen verzameld via de jaarlijkse verzamelaanvragen van landbouwers. Een doorgedreven statistische analyse van de ABV-metingen in relatie tot de inzet van PDPO-agromilieumaatregelen, suggereert dat PDPO II-maatregelen de diversiteit van broedvogels op het platteland positief beïnvloeden en een direct verwacht effect op de algemene biodiversiteit hebben. De resultaten van de gerichte inventarisaties ondersteunen die bevinding slechts gedeeltelijk.
Met het oog op de opmaak van een indicator vertoont het meetnet enkele minpunten. Die tekortkomingen kunnen opgevangen worden door parallel meer gerichte metingen uit te voeren naar de relatie tussen de inzet van PDPO-maatregelen en de evolutie van broedvogels. In dit project werd een dergelijk meetnet ontworpen, bestaande uit 14 meetgebieden verspreid over Vlaanderen en met een uitgesproken gradiënt aan PDPO-maatregelen. Tijdens het broedseizoen 2010 werd dit meetnet volledig bemeten. De analyse van de resultaten van 2010 beperkte zich noodgedwongen tot een correlatieve analyse van ruimtelijke patronen.
Een degelijke evaluatie van de impact van PDPO II-maatregelen vergt ook in 2011 en 2012 monitoring. De voornaamste aanbeveling voor het beleid is dat het in deze studie ontworpen meetnet om de effecten van PDPO-maatregelen op de broedvogels in landbouwgebied na te gaan, ook de komende jaren jaarlijks opgemeten wordt.