In de land- en tuinbouwsector hebben zich de voorbije jaren een aantal belangrijke wijzigingen voorgedaan. Het rapport schetst in eerste instantie een beeld van de huidige tewerkstelling van allochtonen in de sector. Een tweede doelstelling is aan te geven wie de allochtone werknemer is en waarom hij of zij hier in de land- en tuinbouw komt werken. In het derde luik staat het perspectief van de werkgever centraal.

Binnen de land- en tuinbouwsector hebben zich de voorbije jaren een aantal belangrijke wijzigingen voorgedaan. Met dit rapport gaan we daarbij in op de gevolgen voor de tewerkstelling van allochtonen in deze sector. In eerste instantie schetsen we een beeld van de huidige tewerkstelling van allochtonen binnen de sector. Daarnaast beschrijven we wie de allochtone werknemer is en waarom hij of zij hier in de land- en tuinbouw komt werken. Daarenboven benaderen we ook de werkgeverszijde. Wat zijn hun motieven om allochtone werknemers tewerk te stellen? En hoe ervaren zij deze tewerkstelling?

Om op deze onderzoeksvragen een antwoord te formuleren hanteren we twee verschillende onderzoeksbenaderingen. Enerzijds baseren we ons op beschikbare databronnen om een kwantitatief beeld te schetsen van de tewerkstellingssituatie van allochtone werknemers. Daarnaast verwerven we aan de hand van diepte-interviews een diepgaander inzicht.

Het rapport sluit af met een synthese van de onderzoeksgegevens en daaraan worden beleidsaanbevelingen gekoppeld.