De beschikbare middelen zijn gelijk aan de cashflow na financieringslast , na het in rekening brengen van niet-courante ontvangsten en uitgaven zoals vergoedingen voor (landbouw)rampen, VLIF-premies, verkoop van investeringen, nieuwe leningen en nieuwe investeringen. 

De beschikbare middelen weerspiegelen de ‘zichtrekening’ van het bedrijf voor dat jaar. Finaal blijft een negatief of positief saldo over. Dat leidt tot een saldomutatie van de liquiditeiten, met andere woorden de zicht- en spaarrekening neemt toe of af. 

De beschikbare middelen kunnen negatief zijn ondanks een goed resultaat voor het boekjaar. Dat kan wanneer investeringen werden gedaan uit eigen middelen.

Voor meer info hierover én voor de definities van de gehanteerde inkomensindicatoren verwijzen we naar de methodologiepagina rond inkomensindicatoren