Toepassing van precisielandbouwtechnieken — Een enquête bij LMN-bedrijven
57 procent van de Vlaamse land- en tuinbouwers past zelf of via een loonwerker precisielandbouwtechnieken toe op zijn bedrijf of zal dat zeer waarschijnlijk doen binnen een termijn van vijf jaar. In de akkerbouw, varkens- en pluimveesector en melkvee gaat het zelfs om meer dan twee op de drie landbouwers. Dat blijkt uit een enquête waaraan ruim 500 bedrijfsleiders van het Landbouwmonitoringsnetwerk deelnamen.
Precisielandbouw slaat op het verzamelen van data (o.a. via gps, sensoren, etc.) op basis waarvan, via slimme software, beslissingen worden ondersteund. Veel landbouwers interpreteren het begrip volgens de enquête als de toepassing van nieuwere, niet zo complexe technologieën, zonder dat er sprake is van dataverzameling die de landbouwer effectief ondersteunt in zijn bedrijfsvoering.
Landbouwers doen vooral een beroep op gps in de plantaardige productie en opbrengstregistratie in de dierlijke productie. Informatiemanagement ontbreekt daarbij vandaag veelal, maar neemt toe in de toekomst. Geavanceerdere technieken zoals variabel zaaien/planten, bodemscanners, beelden gemaakt met drones en precisiemechanisch wieden worden meer ingezet door de loonwerker volgens de landbouwers.
Deze nulmeting van precisielandbouwtechnieken in Vlaanderen past in het jaar van de data in de landbouw. Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) en het Departement Landbouw en Visserij willen de kansen en knelpunten in de ontwikkeling en implementatie van 'smart data'-systemen in de landbouw in kaart brengen en zo het gebruik van data en datagedreven besluitvorming in de landbouw(keten) stimuleren.