Risico-analyse in de landbouw roept vragen op over welke risico’s er van belang zijn en hoe met risico omgegaan kan worden. Op basis van een sequentiële mixed-method, met diepte-interviews in de eerste fase (n = 35), gevolgd door een enquête bij landbouwers van het LandbouwMonitoringsNetwerk (n = 614) in de tweede, onderzochten we de risicoperceptie, de houding ten opzichte van risico en het gepercipieerde nut van risicobeheerstrategieën. De resultaten tonen aan dat, in plaats van korte termijn volatiliteit van de prijzen, de langere termijn marge tussen de uitgaven versus inkomsten een grote zorg is voor de boeren, naast de beschikbaarheid van grond en risico’s als gevolg van beleidswijzigingen.

De thema’s ‘risico’ en ‘risicobeheer’ zijn de laatste jaren brandend actueel binnen de landbouw. Zo krijgt risicobeheer, en de rol van de overheid hierin, een opvallende plaats in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

ILVO en de Universiteit Hasselt (het onderzoeksconsortium ARAMIS met de steun van IWT) samen met AMS (afdeling Monitoring en Studie, Departement Landbouw en Visserij) hebben een grootscheepse enquête uitgevoerd bij alle landbouwers van het Vlaamse Landbouwmonitoringsnetwerk , om te weten welke risico’s de landbouwers zelf ervaren en hoe zij denken deze te kunnen beheren.

De resultaten verrassen op een aantal punten. Terwijl de onderzoekswereld, de sector en het beleid in discussies over ‘risico en risicobeheer’ vaak (enkel) focussen op de aspecten prijsvolatiliteit, risicomanagement en extralegale verzekeringen, blijken landbouwers meer wakker te liggen van de evolutie op langere termijn van de marge tussen inkomsten en uitgaven dan van de prijsvolatiliteit op kortere termijn. Risicobeheerstrategieën zoals contractteelt, verzekeringen en termijnmarkten rekenen ze bij de minst relevante. Een pak belangrijker vinden ze strategieën zoals liquiditeitsmanagement, diversificatie en schuldenmanagement. Behalve de marktrisico’s maken de landbouwers zich ook zorgen over risico’s gekoppeld aan beleidswijzigingen en grondbeschikbaarheid (kwantiteit en betaalbaarheid), en over het risico op ziekten en plagen.