Het rapport biedt een stand van zaken van de bestaande kennis en het beschikbare cijfermateriaal over etnische groepen en voeding in Vlaanderen, met een focus op de moslimgemeenschap. Het vertrekt vanuit de vaststelling dat etnische groepen marktkansen bieden voor de Vlaamse agrovoedingssector, maar dat deze kansen momenteel niet ten volle benut worden. Vele etnische agrovoedingsproducten worden ingevoerd omdat ze lokaal niet beschikbaar zijn, waardoor de economische opportuniteiten van deze markt in grote mate in het buitenland worden gevaloriseerd.

Moslimconsumenten bieden voor de Vlaamse agrovoedingssector marktkansen die nu nog niet volledig benut worden. Dat biedt perspectieven om veel geconsumeerde productgroepen te vermarkten met oog voor de doelgroep.

Vlaanderen is divers. Een op de vijf Vlamingen heeft een buitenlandse herkomst. Ongeveer de helft daarvan is afkomstig uit niet-EU-landen. Minstens 400.000 personen heeft zijn roots in een moslimland. Binnen de Marokkaanse en Turkse gemeenschap komt geleidelijk een middenklasse op, die hoger opgeleid is en meer geld besteedt aan voeding. De overgrote meerderheid is fier om moslim te zijn.

Steeds meer moslims zien de islam als een levensstijl en een gids voor hun consumptiegedrag. Halal en haram zijn begrippen die aangeven of een product is toegestaan of niet. De Belgische halalvoedingsmarkt wordt op bijna 2 miljard euro geschat. De halalvoedingsmarkt levert een bijdrage van 40 à 100 miljard euro aan de Europese voedseleconomie. Er is een groeipotentieel voor halalvoeding. Een betere certificering en bredere maatschappelijke aanvaarding van halalvlees zijn actuele uitdagingen.

De landbouwer kan innoveren met nieuwe etnische teelten en producten: groenten en fruit, peulvruchten (bonen, linzen, kikkererwten), schapen- en geitenvlees, noten, zaden en exotische kruiden. Landbouwconcepten als korte keten en biologische landbouw kunnen inspelen op waarden van zowel de traditionele als de bewuste moslimconsument. Naast zijn rol als consument speelt de moslim eveneens een rol als nieuwe actor in de agrovoeding, bijvoorbeeld als ondernemer of als werknemer van de sector.