Om het gemiddelde loon van een loontrekkende voor de totale economie en per sector voor Vlaanderen te berekenen wordt gebruik gemaakt van de lonen in de ‘Primaire inkomensverdelingsrekening’ van de regionale rekeningen van NBB, de gedetailleerde jaarcijfers over werkgelegenheid (binnenlands concept) van NBB en de resultaten van de enquête naar de arbeidskrachten van Statbel (Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium).

Loonmassa

Bij de berekening wordt vertrokken van D1 lonen uit de inkomensvormingsrekening (besteding). Om een schatting van de totale loonmassa (zonder sociale premies) te maken, wordt de verhouding van D11 (lonen zonder sociale premies) ten opzichte van D1 lonen uit de rekening voor bestemming van primaire inkomens (middelen) toegepast op D1 lonen uit de inkomensvormingsrekening (besteding). Voor iedere sector wordt de verhouding van het totaal toegepast.

Werknemers

Het aantal werknemers (binnenlandse tewerkstelling) (NBB) wordt omgerekend naar voltijdse equivalenten aan de hand van het aantal deeltijdse en voltijdse personen en het gemiddeld aantal uren van een deel- en voltijdse persoon per sector voor Vlaanderen uit de Enquête naar de arbeidskrachten van Statbel (Algemene Directie Statistiek – Statistics Belgium).

Vergelijkbaar inkomen (loon Vlaamse loontrekkende)

Het vergelijkbaar inkomen wordt berekend als de loonmassa gedeeld door het aantal tewerkgestelde personen omgerekend naar voltijdse equivalenten.

Omdat voor de sector ontginning van grondstoffen (BB) het aantal werknemers laag is, wordt het inkomen niet weergegeven. Het inkomen van de sector waar de huishoudens werkgever zijn (TT) wordt eveneens niet weergegeven.

Bronnen: