Het rapport gaat eerst in op het concept ‘cradle to cradle’ om daarna een beeld te scheppen van mogelijkheden om C2C in de landbouwsector in te zetten. Het bekijkt het individuele landbouwbedrijf, het landbouwbedrijf in de keten, enkele ontwerp- en designaspecten en het ruimtelijke aspect. Daarna gaat het in op het bestuurlijke aspect (‘governance’) van cradle to cradle, aangezien de aanpak van de overheid meer innovatief dient te zijn. Als afsluiting worden de conclusies en bedenkingen weergegeven.

In 2002 introduceerden McDonough en Braungart een concept dat verder gaat dan duurzaamheid: cradle to cradle (C2C). De kern ervan is: “afval is voedsel”, aangezien alle materialen na hun leven in een product, zonder kwaliteitsverlies, nuttig zouden moeten kunnen worden ingezet in een ander product (kringloopeconomie). Het is een ambitieus concept van duurzame ontwikkeling met als motto: “meteen goed doen in plaats van minder slecht”. De meeste voorbeelden zijn vandaag de dag te vinden in de industrie en de architectuur.

Wegens de toenemende belangstelling voor cradle to cradle, maar vooral met het oog op de toekomst wensen we toch een eerste (niet-limitatieve) inventaris op te stellen van de rol van cradle to cradle voor de (Vlaamse) landbouwsector. Het is een verkennend (concept)rapport dat geldt als uitnodiging voor verdere discussie en ideeën.

De rol van C2C voor de landbouwsector zien we op vier terreinen: het individuele landbouwbedrijf, landbouw in de keten, op ontwerp/designniveau en op het vlak van gebiedsontwikkeling en ruimtelijke clustering. Elk van deze terreinen heeft zijn specifieke toepassingen.

C2C is een voorbeeld van een nieuwe uitdaging die een meer innovatieve aanpak van de overheid vereist. Participatie van relevante actoren in het besluitvormingsproces is van primordiaal belang. Dat vergt een nieuwe vorm van besturen: governance beyond government.