Het rapport verkent de mogelijkheden van circulaire economie voor de Vlaamse land- en tuinbouwsector en gaat na waar het vernieuwende zit ten opzichte van bestaande landbouwpraktijken. Het reikt aanknopingspunten en inspiratie aan voor de verschillende rollen die land- en tuinbouwers kunnen spelen in een dergelijk systeem van gesloten kringlopen.

In de circulaire economie staat het sluiten van materialenkringlopen centraal. Het concept is de laatste jaren niet meer weg te denken uit het Vlaamse en Europese beleid. De land- en tuinbouw werkt al van oudsher met natuurlijke kringlopen – denk aan water, nutriënten en bodem – , maar door de verregaande industrialisering in de voorbije eeuw is ook deze sector geëvolueerd naar een efficiënt, maar lineair systeem van ontginning en uitputting. Een nieuw rapport verkent de mogelijkheden van circulaire economie voor de Vlaamse land- en tuinbouw.

Een landbouwer kan aan de slag gaan met drie modellen. In het kringloopbedrijfsmodel probeert hij als voedselproducent zoveel mogelijk de kringloop te sluiten op het landbouwbedrijf zelf. In het verwaardingsmodel fungeert hij als leverancier van grondstoffen in een sectoroverschrijdende keten, gebaseerd op biomassa. In het multi-actor- en multifunctioneel landbouwmodel wordt het landbouwbedrijf een schakel in een circulaire, verstedelijkte omgeving, waar het diverse functies vervult en samenwerkt met andere actoren, zoals burgers, ngo’s en lokale besturen. Het nieuwe van de modellen zit in het sterk innovatieve en technologische karakter. Ook de complexe ketens en de samenwerking met een veelheid aan sectoren en actoren zijn vaak nog onontgonnen terrein in de landbouwsector.

Het huidige discours in de land- en tuinbouw concentreert zich vooral op efficiëntie en lage kosten. Toch ontwaren we ontluikende kiemen van circulair denken en handelen in de land- en tuinbouw: een agro-ecologisch biobedrijf, valorisatie van reststromen uit de tomaten- en paprikateelt voor verpakkingen, stadslandbouwprojecten, enz. De meeste initiatieven zijn vooralsnog kleinschalig en kampen nog met technische en organisatorische uitdagingen en onzekerheid over het economisch rendement.

Elke landbouwer-ondernemer moet zelf de analyse maken of hij zich in de circulaire economie kan inschalen. Een alleenzaligmakend model is er niet. Een voorwaarde is wel dat de landbouwer kennis en inzicht verwerft, nieuwe technologieën implementeert en investeringen doet. Een aantal randvoorwaarden kunnen een circulaire systeemverandering bevorderen: stimuleren van innovatie en kennisuitwisseling, faciliteren van samenwerking, slim ruimtelijk plannen, stad en omliggend platteland verbinden en sensibiliseren van de consument.