De gespecialiseerde vleesveebedrijven gebruiken in totaal minder kunstmest dan de melkveebedrijven. Dit is geschat op 1,9 miljoen K in 2020. Het overgrote deel van K uit kunstmest komt terecht op maïs (49%) en grasland in hoofdteelt (25%)%. Aardappelen nemen nog eens 10% voor hun rekening. Granen, overige gewassen en bieten zijn respectievelijk goed voor 7%, 6% en 3%. 

De kengetallen van de belangrijkste voedergewassen van alle LMN-bedrijven met deze voedergewassen is terug te vinden bij de algemene indicator Kunstmestgebruik: kalium.