De gespecialiseerde vleesveebedrijven gebruiken in totaal minder kunstmest dan de melkveebedrijven. Dit wordt geschat op 119 ton P in 2020. Het overgrote deel van P uit kunstmest komt terecht op maïs (50%), grasland in hoofdteelt (26%) en granen (13%). Het aandeel van de overige gewassen bedraagt (12%). 

De kengetallen van de belangrijkste voedergewassen van alle LMN-bedrijven met deze voedergewassen is terug te vinden bij de algemene indicator Kunstmestgebruik: fosfor.