De afdeling Monitoring en Studie heeft samen met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek een studie opgemaakt over landbouwgrond met hoge natuurwaarden, het zogenaamde High Nature Value Farmland (HNVF). HNVF wordt gedefinieerd als de gebieden waar landbouw het belangrijkste (en meestal dominante) landgebruik is en waar landbouw of geassocieerd is met een hoge soorten- of habitatdiversiteit, of de aanwezigheid van soorten op Europees, nationaal of regionaal niveau ondersteunt, of beide. De studie is een verkennende analyse voor een baseline-indicator met wetenschappelijk onderbouwde criteria voor wat al dan niet als HNVF kan worden beschouwd.

De afdeling Monitoring en Studie heeft samen met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek een studie opgemaakt over landbouwgrond met hoge natuurwaarden, het zogenaamde High Nature Value Farmland (HNVF). HNVF wordt gedefinieerd als “die gebieden waar landbouw het belangrijkste (en meestal dominante) landgebruik is en waar landbouw of geassocieerd is met een hoge soorten- of habitatdiversiteit, of de aanwezigheid van soorten op Europees, nationaal of regionaal niveau ondersteunt, of beide”.

Volgens de strategische richtlijnen van de Europese Commissie zijn de landbouwgronden met hoge natuurwaarden prioritaire gebieden voor plattelandsontwikkeling. De commissie stelt eveneens dat de HNVF-indicator van belang is voor het evalueren van de impact van de as 2-middelen (agromilieumaatregelen) tot een van de Europese prioriteiten, in het bijzonder “biodiversiteit en het behoud en de ontwikkeling van land- en bosbouwsystemen met hoge natuurwaarde en traditionele agrarische landschappen”. Volgens de commissie is de ontwikkeling van een werkbare HNVF-indicator een essentieel gereedschap voor de evaluatie van de impact van de PDPO-programma’s. Vanuit het European Evaluation Network for Rural Development worden de lidstaten dan ook aangespoord om werk te maken van een HNVF-impactindicator.

De studie van AMS en INBO is een verkennende analyse voor een baseline-indicator met wetenschappelijk onderbouwde criteria voor wat al dan niet als HNVF kan worden beschouwd.